Over gewetensvragen: nogmaals Peter Bieri

slang

Kun je leven met de herinnering aan identiteiten die je hebt verworpen? Het is een gewetensvraag zoals die wel vaker langskomen op dit blog, deze keer in de formulering van Peter Bieri (eigenlijk: Joep Dohmen over Peter Bieri). Levenskunst is volgens Bieri een bewust denkproces, waarin de afweging van keuzes centraal staat. De rationele afweging resulteert vervolgens in de wil om iets te doen. (Zie ook Levenskunst als bewust denkproces.)

Als je een keuze maakt om iets wel of niet te doen in je leven – wel of niet studeren bijvoorbeeld – betekent dat automatisch dat minstens één optie geen werkelijkheid wordt. Je kunt immers niet én wel studeren én niet studeren. Een van de twee moet het onderspit delven. En dan rijst de vraag: Kun je leven met de herinnering aan identiteiten die je hebt verworpen?

Hoe ouder je wordt, hoe indringender deze vraag klinkt. De rij met opties in de kolom ‘verworpen’ wordt langer en langer, de kolom ‘gekozen’ heeft na een paar groeistuipen een haast definitieve vorm aangenomen – een vorm die meestal gedrongen zal zijn, maar in elk geval altijd schril zal afsteken bij de lange rij verworpen keuzes.

Is dat erg? Ik denk dat het wel meevalt. Juist het denkproces dat voorafgaat aan een levensbelangrijke beslissing, moet ervoor zorgen dat je geen spijt van die beslissing krijgt. Het antwoord op de vraag of je met die verworpen identiteiten kunt leven is dan automatisch ‘ja’. Als je alle opties hebt afgewogen en de wil je in de richting van een keuze brengt, is spijt niet meer van toepassing.

Ik weet niet of Bieri het over spijt heeft, dat is wat ik ervan maak. Ik kreeg het Handwerk van de vrijheid voor mijn verjaardag, dus ik zal het binnenkort controleren. Spijt hebben over een beslissing die je bij je volle bewustzijn hebt gemaakt, na een gedegen innerlijk onderzoek, is onzinnig. Deze opvatting heeft me wel eens in de problemen gebracht. Ik heb keuzes gemaakt die niet handig waren, maar waar ik toch geen spijt van wilde betuigen. Men denkt dan al gauw dat je er geen verantwoordelijkheid voor wilt nemen.

Terwijl het precies andersom werkt: als ik zeker weet dat ik die keuze niet anders had kunnen maken, omdat ik met alle informatie die ik had nu eenmaal dit heb gekozen, moet ik juist verantwoordelijkheid nemen. Als ik spijt krijg en zeg: ik had het anders moeten doen, had ik maar geweten wat ik nu weet, dan schuif ik mijn verantwoordelijkheid af, in de hoop op vergeving. Ik kan bij mijn volle verstand een achterlijke keuze maken. Weet je wat, het is achterlijk maar ik doe het lekker toch. Zolang ik maar onthoud dat donders goed weet dat het belachelijk is.

De vraag van Bieri moet je jezelf dus niet achteraf stellen, omdat je ervoor moet zorgen dat je dan het antwoord al weet. Achteraf is het een retorische vraag: Kun je leven met de herinnering aan identiteiten die je hebt verworpen? Uiteraard, want ik weet waarom ik ze verworpen heb. De vraag is de stem van het geweten tijdens het denkproces. Als ik kies om niet te studeren, kan ik dan leven met de gedachte aan een gemiste studie?

Eigenlijk moet je de vraag dus herformuleren zodat hij op de toekomst is gericht. Nog mooier is om een vraag te stellen over de eindeloze mogelijkheden die nog voor je liggen. Dat zegt Bieri ook: je moet je de verwerkelijking van alle mogelijkheden tot in detail voorstellen. Wat houdt mijn leven in als ik A kies? Hoe ziet mijn dag eruit bij B?

Het is de filosofische omkleding van een alledaagse wijsheid: dat je niet op een dag wakker wilt worden om te beseffen dat je leven voorbij is zonder dat je hebt gedaan wat je wilde. Dan kun je met recht spijt hebben. Eigenlijk komt levenskunst erop neer dat je ervoor zorgt dat je nergens spijt over hoeft te hebben. Dan doe ik het nog best aardig.


Geplaatst

in

door

Tags: