Hoe een zin te schrijven: Stanley Fish en Dostojevski’s Duivels

fishduivels

‘Zichzelf blijven is het slimst – dat gelooft immers niemand.’

Deze zin komt uit Duivels van Dostojevski en is in al zijn eenvoud fantastisch. Sinds ik het boekje How To Write A Sentence And How To Read One van Stanley Fish las, valt mijn oog vaker op dit soort juweeltjes. Fish is een zinnen-aficionado, en dit boekje zijn evangelie. Eerste zinnen, laatste zinnen, gewoon mooie zinnen: hij probeert ze te begrijpen én te schrijven. Hoewel het verre van volledig is, staan er een aantal mooie overdenkingen in. Wat maakt een zin tot een goede zin? Ik las het boekje naast Duivels, dus hierbij mijn eigen overdenkingen, aan de hand van de roman van de meester.

1. Onvergetelijk goede zinnen zijn als een steen, gegooid uit onverwachte hoek. (Ik zou zeggen: als een katapult afgeschoten vanuit het struikgewas.) Een goede zin maakt steeds meer tempo om uiteindelijk hard aan te komen, bam! in je hoofd. De zin is een wereld op zichzelf, hard en af. De zin hierboven (‘Zichzelf blijven is het slimst – dat gelooft immers niemand.’) is een goed voorbeeld. Hij begint met een haast clichématige constatering, gekeuvel, om na de gedachtestreep een eigenzinnig wereldbeeld je hoofd binnen te katapulteren. Een wereldbeeld dat het keuvelende cliché op z’n kop zet. In vier woorden.

Of neem deze:
‘Als ik op dat moment gedroomd had, zou ik het nog niet hebben geloofd.’
Dit lijkt een paradox. Meestal geloof je iets juist als je zeker weet dat je het met je eigen, wakkere ogen hebt gezien. Wat de spreker ziet is zó ongeloofwaardig dat het uit een droom lijkt te komen. Het is echter nog ongeloofwaardiger dan alle waanbeelden die een droom kan fabriceren. Of vertolkt dit misschien een diepere waarheid? Moet je alleen geloven in dat wat je droomt? De persoon die deze zin uitspreekt is alleen al door deze zin een individu, omringd door zijn eigen werkelijkheid. Duizelingwekkend, zoals de werkelijkheid bij Dostojevski zich wel vaker voordoet.

2. Zinnen kunnen ‘naar voren leunen’, lean forward. Dan zijn ze geen in zichzelf besloten, harde en affe wereld, maar dragen ze eerder de belofte van die wereld, die zich zal ontvouwen na de punt. Fish bespreekt zulke naar voren leunende zinnen in een hoofdstuk over eerste zinnen van romans. Wat mij betreft kunnen dat soort ‘eerste zinnen’ zich in het hele verloop van een boek kunnen voordoen, bij elke nieuwe plotontwikkeling.

Bijvoorbeeld, opnieuw in alle eenvoud:
‘Toch gebeurde er in dit geval iets anders, iets raadselachtigs.’
Een heerlijk Dostojevskiaanse, negentiende-eeuwse zin. Er gebeurt iets. Wat gebeurt er? Niet dat ene wat je zou verwachten. Nee, iets anders. De zin roteert om het woord ‘anders’. Dat slaat op ‘de andere van een aantal mogelijkheden’. Maar wat er gebeurt is ook anders, buiten het gewone vallend. Iets raadselachtigs, iets wat zich opent, iets wat vragen oproept, iets complex, iets anders. Er voltrekt zich een intrige.

3. Fish heeft ook een eenvoudige tip om zelf zulke zinnen te leren schrijven. Analyseer de zin – allereerst op de schoolse manier van grammaticale zinsontleding, vervolgens inhoudelijk (vormen de woorden een paradox? een tegenstelling? hoe volgt de informatie van de ene bijzin op de andere?). En imiteer. Hij geeft vele voorbeelden van eigen imitaties, in het volle besef dat hij met zijn imitaties de meesters niet overtreft. Vooral bij aforistische zinnen werkt het imiteren. Durf ik dat aan?

Men neme een Dostojevskiaans aforisme:
‘Mijn uitgangspunt is onbeperkte vrijheid, mijn conclusie onbeperkte dictatuur.’

De structuur is duidelijk:
Mijn uitgangspunt is [bijvoeglijk naamwoord A] [zelfstandig naamwoord B], mijn conclusie [bijvoeglijk naamwoord A] [zelfstandig naamwoord -B].

Bedenk dan waar je iets over wilt zeggen. Bijvoorbeeld over liefde. Welke haast filosofische concepten staan in het denken over liefde als B en -B tegenover elkaar? Laten we zeggen: de Ene, romantische liefde, en de toevallige aantrekkingskracht van velen. Welk bijvoeglijk naamwoord is op beide van toepassing? Laten we zeggen: eeuwig. Of hartverscheurend. Of voorbestemd. Voeg ten slotte alles bij elkaar.

‘Mijn uitgangspunt is eeuwige liefde, mijn conclusie eeuwige aantrekkingskracht.’

Of:
‘Mijn uitgangspunt is hartverscheurende romantiek, mijn conclusie hartverscheurende seks.’

Of:
‘Mijn uitgangspunt is de voorbestemde Ene, mijn conclusie het voorbestemde toeval.’

Stanley Fish, How To Write A Sentence And How To Read One. HarperCollins Publishers, 2011

Meer over Duivels dat eerder Boze geesten heette: Waarom ik zo van Dostojevski houd
Meer over liefde hier.


Geplaatst

in

door

Tags: