De eerste zin van Ali Smiths roman Autumn zet meteen de toon: ‘It was the worst of times, it was the worst of times.’ De opening van opvolger Winter liegt er ook niet om: ‘God was dead: to begin with.’ Behalve God is al het andere ook dood: romantiek, literatuur, het boek, jazz, geschiedenis, politiek en het internet, om maar een paar van de slachtoffers te noemen die Ali Smith op de eerste bladzijden in een litanie van de dood memoreert. Hoe te leven in zulke tijden van verschrikking, hoe de barre herfst en winter te doorstaan?
Lees verder hieronder of op Athenaeum: Er is een alternatief
En nu ook online, de recensie van Winter:
God is dood, stelt de opening van Winter – en de hoop trouwens ook. Brexit was als plaag nog niet erg genoeg, de verkiezing van Trump moest er ook nog overheen. En aangezien God dood is, hebben we het ook nog eens allemaal aan onszelf te danken. Net als in Autumn onderzoekt Ali Smith in Winter het potentieel van de menselijke verbeeldingskracht om in de kou van een gepolariseerde samenleving nog enige warmte te vinden.
Verder lezen hieronder op Athenaeum: Het verhaal is de held
De Keldercast (de literaire podcast waar ik deel van uitmaakte in de tijd dat mensen nog niet naar podcasts luisterden) besteedde ooit een aflevering aan Ali Smiths How To Be Both, check ‘m hier: Keldercast #7
Herfst – Ali Smith
De eerste zin van Ali Smiths roman Autumn zet meteen de toon: ‘It was the worst of times, it was the worst of times.’ De opening van opvolger Winter liegt er ook niet om: ‘God was dead: to begin with.’ Behalve God is al het andere ook dood: romantiek, literatuur, het boek, jazz, geschiedenis, politiek en het internet, om maar een paar van de slachtoffers te noemen die Ali Smith op de eerste bladzijden in een litanie van de dood memoreert. Hoe te leven in zulke tijden van verschrikking, hoe de barre herfst en winter te doorstaan? Een recensie-tweeluik.
Tussentijd
Dat ’the worst of times’ slaat op een heel specifieke tijd, namelijk de onze hier en nu, daar laat Smith geen twijfel over bestaan. ‘It is just over a week since the vote.’ De stemming over Brexit, welteverstaan. ‘All across the country, what had happened whipped about by itself as if a live electric wire had snapped off a pylon in a storm and was whipping about in the air above the trees, the roofs, the traffic.’ We weten hoe de stemming is afgelopen: in tweespalt.
De mensen in het kleine plaatsje waar de moeder van Elisabeth woont lopen elkaar zonder groeten voorbij, ze kijken bedrukt, zo niet boos, naar de grond. Tegelijk weten we niet hoe het is afgelopen: de Brexit is nog geen realiteit. Valt er nog iets aan te doen? Zijn er alternatieven denkbaar? Ali Smith moet als een razende – in de dubbele betekenis van het woord – aan de roman hebben gewerkt om hem uit te kunnen brengen in deze tussentijd, de tijd tussen stemming en realiteit.
Het Verenigd Koninkrijk is niet het enige wat zich in Autumn in suspensie bevindt. Dat geldt ook voor Daniel, de vroegere buurman van Elisabeth, die in coma is geraakt. Tussen de twee bestaat al sinds de kindertijd van Elisabeth een bijzondere vriendschap. Haar moeder zette de artistieke bejaarde next door maar al te graag in als handige, gratis kinderoppas. Ze bleken vatbaar voor elkaars verbeelding, leeftijd maakte daarbij niets uit. Hun alternatieve vriendschap met de diepte van liefde, blijkt jaren later, als Elisabeth aan het ziekbed van Daniel zit, nog steeds even sterk.
Alternatieven
De toekomst is ongewis, zowel die van het land als die van Daniel, als ook de toekomst in het algemeen. Aan de andere kant staat ‘There Is No Alternative’, de beruchte uitspraak van Thatcher die nog steeds opgeld doet en daarom, zo spreekt uit alles in Autumn, uit alle macht bestreden moet worden. Om te laten zien dat er wél, en altijd, alternatieven zijn, heb je verbeelding nodig. Verhalen, taal, dromen. Het is de belangrijkste les die Elisabeth van Daniel heeft geleerd.
Maar Smith schrijft niet alleen over deze twee mensen en over het Verenigd Koninkrijk na Brexit, maar bij uitbreiding ook over de wereld. Het schrijven van een roman is in die zin een activistische daad. Dat liet Smith al zien in haar vorige roman How To Be Both, waarin zij letterlijk twee kanten van het verhaal tegelijk mogelijk maakte, door twee verhalen tegelijk te vertellen. En denk ook aan Dickens, naar wiens A Tale of Two Cities Smith met haar pessimistische openingszin natuurlijk verwijst.
Alternatieven zijn altijd mogelijk, zolang je ze blijft vertellen, en ze door erover te vertellen reëel maakt. Een alternatieve wereld komt nooit zomaar tot stand, het vraagt allereerst iemand die zich die wereld weet te verbeelden. Dit klinkt misschien droog, theoretisch. Alternatieven, activisme, Brexit, bejaarden. Maar Autumn gaat over nog een dozijn andere dingen: over de taal van de natuur die niemand kan verstaan, over de kunstenares Pauline Boty, over de relatie tussen dochter en moeder, over de bureaucratie van het postkantoor, over humor.
En in al die dingen ís Autumn ook zelf het alternatief, het experiment, de humor. Alleen al dat een schrijfster in razende vaart zinnen weet te schrijven als ‘Oh God. Is there still mother after death?’ stemt de mens hoopvol.
Winter – Ali Smith
God is dood, stelt de opening van Winter – en de hoop trouwens ook. Brexit was als plaag nog niet erg genoeg, de verkiezing van Trump moest er ook nog overheen. En aangezien God dood is, hebben we het ook nog eens allemaal aan onszelf te danken. Net als in Autumn onderzoekt Ali Smith in Winter het potentieel van de menselijke verbeeldingskracht om in de kou van een gepolariseerde samenleving nog enige warmte te vinden. Het tweede deel van een recensie-tweeluik.
Kerstavond
Opnieuw voert Smith een kleine familie op, waaromheen een groter verhaal over verstoorde sociale verhoudingen en de wil om de wereld te veranderen zich ontvouwt. Ditmaal is de oudere, alleenstaande vrouw moeder van een zoon, die zojuist gedumpt is door zijn vriendin vanwege een politiek-ideologische ruzie die te maken heeft met zijn blog ‘Art in Nature’. Met kerstmis voor de deur is dat nogal onhandig, want hij zou Charlotte eindelijk voorstellen aan zijn moeder Sophia, tijdens het kerstweekend in haar huis op het platteland. Met Sophia gaat het sowieso niet zo goed, maar met wie wel eigenlijk? Met haar zus Iris wel iets beter; zij is een oude activiste wier bloed Sophia wel kan drinken, aangezien Iris volgens haar in al haar wereldverbeteraar-heroïsme juist de grootste egoïst ooit is.
Goed, ze komen allemaal op kerstavond samen in het vervallen landhuis van Sophia, zelfs iemand die doorgaat voor ex-vriendin Charlotte en zelfs iets wat lijkt op een geest. Alle stukken voor een klassiek kerstverhaal staan opgesteld. Maar dat is natuurlijk niet waar het Ali Smith om gaat. Want dit ‘nucleaire verhaal’ is als een bal die door de decennia heen stuitert, langs liefdesgeschiedenissen, kunstbiografieën en activistendrama’s. ‘God is dood’, ja, maar dat betekent dat de mens de wereld maakt. Misschien betekent het zelfs dat de mens eindelijk, nu God dood is, de wereld kan veranderen. In elk geval, dat lijken al die verhalen te vertellen, een klein beetje.
Verzet
Iris bijvoorbeeld, een typische activiste van het punk- en krakerachtige soort, nam deel aan de eerste acties tegen de komst van kernwapens in het Verenigd Koninkrijk. Wat begon met een aantal vrouwen dat zich vastketende aan een hek, groeide uit tot een miljoenenbeweging mét effect. Sophia, haar zus, mag wat conventioneler zijn, maar zij heeft haar eigen manier om zich te verzetten tegen de status quo. Het prachtige mysterie van het vliegende kinderhoofdje dat zich in het huis van Sophia heeft genesteld, is precies door de mysterieuze, onwerkelijke aard ervan een tegenbeweging, tegen een wereld waarin alles efficiënt is, waarin misschien niet per se de waarheid van belang is maar alles wel effectief moet zijn en gebrand op vooruitgang.
Tijd
Net als in Autumn is het verhaal in Winter de held van de roman. Het verhaal als in: de mogelijkheid van het verhaal, van het vertellen. Het verhaal maakt het alternatief zichtbaar, zoals ik schreef in de recensie van Autumn, en het verhaal is bovendien zeer intiem verbonden met tijd en daarmee met de mens. Een verhaal voltrekt zich in de tijd, speelt zich af in een tijd, en plaatst de lezer ervan in relatie tot die tijd – en daarmee ook tot de tijd van de lezer zelf. Het verhaal heeft de kracht om te overtuigen, maar ook om zekerheden weg te nemen, om je te decentreren, om te laten zien dat alles al eens gebeurd is, en tegelijk dat ieder mens opnieuw alles kan meemaken. Steeds weer herneemt Smith in nieuwe hoofdstukken de tijd van haar verhaal, de veelheid van haar verhalen:
‘God is dead: to begin with.’
‘Five days ago:’
‘It is a Tuesday in the month of February in 1961…’
‘Christmas Eve morning, 10am, and the disembodied head was dozing.’
‘On a late summer day in 1981 two young women are standing outside a typical ironmonger’s on the high street of a southern English town.’
‘It is winter solstice.’
‘January: it is a reasonably balmy Monday, 9 degrees, in late winter a couple of days after five million people, mostly women, take part in marches all across the world to protest against misogyny in power.’
‘Now it’s the dark of early Christmas morning…’
‘Let’s see another Christmas.’
‘July: it is a balmy day at the start of the month. An American President is making a speech in Washington at a rally to celebrate war veterans.’
Met die laatste juli zijn we bij het eind van deze wonderlijke roman gekomen. Is de winter dan voorbij? Nee: ‘In the middle of summer it’s winter.’ We hebben nog een lange weg te gaan. In elk geval nog twee seizoenen. Misschien, zoals bij het kernwapenprotest, nog twee decennia.