Meneer Cogito en het vergeten (stukje)

zbigniew_herbert_meneer_cogito

Omdat ik vanmiddag alleen overbleef op mijn werk, leek het me een goed idee de lunchpauze te benutten om een opzetje voor een blog te schrijven. Zo gezegd zo gedaan. Daarna verder met brieven printen, etiketten stickeren, boekjes in enveloppen doen, enveloppen dichtplakken met een plakbandje, etc etc. Het nieuwe programmaboekje van Studium Generale is namelijk verschenen! Je kunt een boekje aanvragen en op de website is het programma natuurlijk ook te vinden. (Tot zover de reclame.)

Mijn broodjes achter de kiezen, een potentieel geniaal stukje op digitaal papier: perfect! Ik trakteerde mezelf op een zakje M&M’s. Enkele honderden enveloppen, brieven, etiketten en boekjes verder begon ook nog eens het weekend. Computer uit, deur op slot, koptelefoon op en fietsen maar.

Halverwege de Uithof schrok ik wakker uit mijn mailingroes: ik was mijn blog vergeten naar mezelf te mailen. En mijn appel stond ook nog onaangeraakt op de tafel, tussen de stapels papierwerk.

Het komt door de tijd van het jaar. De eerste week van januari is een week om te vergeten. Ik moest denken aan de keer dat ik een werkstuk moest schrijven voor het vak ‘Interpretatie’. Die naam heb ik teruggezocht, want namen van vakken die je zeven of acht jaar geleden hebt gevolgd mag je vergeten… en bij het terugzoeken zie ik dat het geen zeven of acht jaar was, en ook niet de eerste week van januari, maar 22 oktober 1999. Waar gaat dit heen?

Hoe dan ook, in de vorige eeuw werkte ik nog met Word Perfect 5.1 (voor de jonge kijkers onder ons, klik hier). Het werkstuk was een interpretatie van een aantal gedichten van de Pool Zbigniew Herbert over Meneer Cogito, op deconstructivistische wijze. Met dat soort dingen hield ik me toen bezig. Volgens mijn interpretatie van Derrida’s interpretatiemethode, ging het erom de sporen in een tekst te volgen en een tekst te zien als een spel van woorden in vorm en betekenis. Zoals in de vorige zin tweemaal volgen staat – daar had ik iets mee gedaan als dit een gedicht van Herbert over Meneer Cogito was geweest.

Het was vrijdagmiddag, het werkstuk was af. Het weekend ging beginnen, net als vandaag. In de vorige eeuw kon ik alleen maar printen bij het CIM, de computerfaciliteiten van de Letterenfaculteit. Dat ging op vrijdag om 16.45 dicht. Het was 16.15.

Snel ging ik naar de prehistorische verkenner van WP 5.1. Opslaan, sluiten, overschrijven? Jajaja. En toen had ik alleen nog maar twee documenten met overgetypte gedichten van, inderdaad, Zbigniew Herbert. Mijn 26 pagina’s, 6000 woorden Derridaiaanse interpretatie daarvan? Pleite. In de vorige eeuw bezat mijn computer nog geen prullenbak.

Ik stond klaar met mijn toetsenbord boven mijn hoofd geheven om die voorwereldlijke computer aan gort te slaan. Ik zal hier niet het bijbehorende script herhalen dat ik uitsprak. Razend was ik, met het toetsenbord nog boven mijn hoofd schopte ik achteruit mijn stoel in de hoek van de kamer. Gelukkig was Bamse nog niet geboren!

En opeens, rood aangelopen, een hartslag als van een muis, dacht ik – en dit is belangrijk, ik dacht – ik moet dat werkstuk hoe dan ook nog opnieuw schrijven, liefst dit weekend nog, nu het allemaal nog in mijn hoofd zit, en dat kan niet op een kapot gemepte computer. Ik zette (uiterlijk) zeer kalm, maar (innerlijk) nog steeds razend, het toetsenbord weer neer, ging de stad in, gaf 450 gulden, dus mijn hele studiefinanciering, uit aan kleren, kocht bij de Albert Heijn een pak koeken, een sixpack bier, een zak chips, drop en vooruit ook een brood, schoof eenmaal thuis de stoel weer aan en begon opnieuw.

Op de ochtend van zaterdag 22 oktober 1999 was ik weer klaar. Nu had ik wel vijf documenten met Derridaiaanse interpretatie van de Cogito-gedichten, want na elke herinnerde briljante ingeving sloeg ik het geheel opnieuw op onder een andere naam. Het eindresultaat was drie bladzijden korter dan het oorspronkelijke werkstuk. Alle ballast eruit, zei ik maar bij mezelf. Bovendien was het hele betoog nu doortrokken van de ervaring: sporen natrekken, betekenissen terugvolgen tot hun allereerste begin – het interpreteren van de gedichten viel noodzakelijkerwijs samen met het interpreteren van mijn geheugen.

Ik kreeg een 8,5. Aangezien ik een optimist ben, interpreteerde ik het cijfer als een half punt hoger dan het was geweest als ik de eerste versie had ingeleverd. Daarbij was ik een mooie winterjas en een Diesel-trui rijker (armer, kun je ook zeggen).

Die interpretatie? Ga zelf maar aan de slag met Meneer Cogito. Hier een klein tipje van de sluier:
Meneer Cogito’s gedachten [schreef ik dus in tweede instantie] zijn hongerig, immobiel en verbitterd. Ze zijn bijna als een reiger:

blijven op één been
aan de kant staan
als hongerige reizigers

Met beide benen op de grond – dat is mijn goede voornemen voor de tweede week van 2009. Dan komt maandag het eigenlijke stukje van vandaag.


Geplaatst

in

door

Tags: