‘Wanneer ik langdurig naar een vast punt op de muur staar, kan het gebeuren dat ik niet meer weet wie of waar ik ben.’
Max Blecher, Avonturen in de alledaagse onwerkelijkheid
***
Het toeval wil dat tussen de West-Kruiskade en de Nieuwe Binnenweg in het oude westen van Rotterdam twee mensen een voordeur delen die beiden zeggen dat zij voorgoed zijn veranderd door het lezen van de zeven delen van Op zoek naar de verloren tijd van Marcel Proust.
De onderbuurman zegt: ‘Proust heeft mij voorgoed veranderd, want ik kijk nu anders naar de wereld.’
De bovenbuurvrouw zegt, iets minder eloquent: ‘Proust heeft mij voorgoed veranderd, want toen ik het uit had heb ik mijn leven overhoop gegooid.’
Als de onderbuurman aan de bovenbuurvrouw uitlegt dat ‘Proust’ voor hem gaat over waarneming, begrijpt zij dat dat voor haar ook opgaat. Het overhoop gooien van haar leven volgde namelijk op het inzicht dat haar waarneming ván dat leven al die tijd verstoord was geweest. De onderbuurman, die iets ouder is dan de bovenbuurvrouw, vond het blijkbaar niet nodig om zijn leven naar aanleiding van het uitlezen van Op zoek naar de verloren tijd overhoop te gooien.
“Slechtskijken, verder niets” verder lezen