De Grote Onrust I

kolibrie

Hoe ongemerkt een grote mijlpaal aan je voorbij kan gaan: inmiddels heb ik meer dan honderd blogjes geplaatst. Ik heb ze allemaal genummerd in een mapje op de harde schijf staan en zag dus al van verre de honderdste aankomen. Maar toen ik het ging natellen, bleek dat ik sommige stukjes was vergeten te kopiëren naar de map. De honderdste was eigenlijk de honderdzesde, of -zevende, ik kwam er niet meer uit. Nou ja, wat maakt het uit? Heel wat.

Een mooi gemiddelde, ongeveer drie blogjes per week, nietwaar? Niet waar. Het is altijd te weinig. De mensheid is op vele manieren in te delen en een ervan is de helft die De Grote Onrust altijd met zich meedraagt en de helft die De Grote Onrust niet kent. De Grote Onrust, daar moet een of ander Duits of Engels woord voor zijn. De helft die immer en altijd door De Grote Onrust achtervolgd wordt, is ook weer onder te verdelen: zij die genoeg energie hebben om De Grote Onrust ook in handelen om te zetten en zij – de grootste groep – die eigenlijk lui zijn en dus altijd het gevoel behouden dat ze te weinig doen of hun tijd verspillen. Helaas (of gelukkig?) behoor ik tot deze laatste categorie.

Een jaar of tien geleden las ik een citaat dat ik vergat maar waar ik sindsdien naar aan het zoeken ben. Het was in de tijd vóór ik memorabele citaten overnam in een notitieboekje, sterker nog, ik denk dat ik met dat notitieboekje ben begonnen omdat ik dit briljante citaat vergeten ben. Een Tachtiger (Willem Paap? Frans Coenen?) schreef iets van dat als je talent hebt maar geen doorzettingsvermogen dat dat dan het ergste is want de genius heeft de energie om zijn talent met doorzettingsvermogen, nou ja en dan kunst maken.

Zelfs vergeten citaten kunnen jaren meegaan en een blijvende invloed hebben. Uiteindelijk is de opgave van talent, het raadsel van het genie, perspiratie en inspiratie, creatie en bewondering, een van mijn grote, steeds terugkerende vraagstukken geworden. Ooit begonnen met de onbekende Tachtiger en zijn fatalistische, naturalistische jongeling met talent en zonder genie. Waarschijnlijk is het citaat onherkenbaar mocht ik het ooit terugvinden – wat de kans dat ik het terugvind aanmerkelijk verkleint.

Inmiddels weet ik dat talent en doorzettingsvermogen niet los van elkaar te zien zijn. Talent is doorzettingsvermogen: De Grote Onrust omzetten in daden, keer op keer, tienduizend uren lang, tot de Daden Groot zijn. Het is een van die inzichten die een illusie doorprikken en de realiteit blootleggen, die horen bij het ouder worden en die de wereld net iets minder mooi en raadselachtig, ja, minder romantisch maken dan hij scheen. Genieën bestaan niet en ook onontdekt talent is een mythe. ‘Als ik maar de energie had, dan zou ik fantastische dingen scheppen,’ verzucht de jongeling. ‘Mijn binnenste is een onuitputtelijke bron van geniale kunstwerken, ik moet alleen de toegang nog vinden.’ Yeah right.

De Grote Onrust zit je op de hielen en je zult er iets mee moeten doen, of niet. Het ligt allemaal in je eigen hand. Tienduizend uren: als ik nú begin dan haal ik het nog. (Denk aan Martin Bril, over wie iedereen zegt dat hij in 1997 een magisch jaar had, waarin hij – denk ik – De Grote Onrust eindelijk wist om te zetten in Grote Energie. En die zo’n tien jaar later op de toppen van zijn kunnen was.) Toch nog een briljant filosofisch proefschrift schrijven. Die roman eindelijk afmaken. Een prijswinnend essay publiceren. Elke dag een blog. Dat alles tegelijk.

Morgen begint de rest van het leven. Vandaag ben ik nog even lui. Morgen is morgen vandaag dus morgen. Voor je het weet ben je dood.


Geplaatst

in

door

Tags: