Zoals de meeste mensen die mij kennen wel weten, ben ik van half-Deense oorsprong. Er komt altijd wel een moment dat ik dat vertel. Omdat ik het leuk vind om dat te vertellen, omdat ik het een leuk kenmerk van mijzelf vind. Het is geen verdienste en ik kan me er niet op laten voorstaan. Maar soms moet je de gegevenheden waarmee je geboren bent voor je laten werken. Er zijn er immers genoeg die tegen je werken.
Het is eigenlijk heel kinderachtig: ik lees artikelen over Denemarken in de krant, ik kijk Deense films op tv en ben opgetogen als mensen een weekendje naar Kopenhagen gaan. Vorige week ging ik met mijn zus, die volgens mij aan hetzelfde halfbloedchauvinisme lijdt, naar de Deense band Under Byen. Die zingen in het Deens, maar daar versta je niets van. Het idee alleen is genoeg. (Het is ook een goeie band.) Toen Festen in de bioscoop draaide, gingen we daar ook met z’n tweeën heen. Op een gegeven moment liep de ondertiteling verkeerd. Niemand had het door, behalve wij. Alsof de operateur het speciaal voor ons deed, zodat we konden genieten van onze bijzondere status, die ons verbond met de film en uittilde boven al die stomme, onwetende Hollanders.
Ik kan ook altijd heel boos worden op Nederlanders die beweren dat ze Deens begrijpen. En geloof me, dat heb ik al tientallen malen moeten horen. ‘Het is een soort dialect, een mengeling van Engels en Duits,’ zeggen ze dan. ‘Ik was een keer in Denemarken en kon gewoon de krant lezen.’ Ja hèhè, je ziet een foto van Sarkozy en eronder staat zijn naam Sarkozy met een woordje over politiek en Frankrijk – natuurlijk snap je dat. Maar dat is iets anders dan een taal beheersen. Sla een roman open en vertel me waar hij over gaat, dan praten we verder. Het geval met de ondertiteling bij Festen bewijst ook dat die Nederlanders maar wat pochen (zijn ze heel goed in, Nederlanders).
Mijn beheersing van het Deens is verre van perfect. Ik probeer het een beetje op te halen door het kijken van The Killing (Forbrydelsen), een geweldige, spannende politieserie die speelt in Kopenhagen. Ook ik kan het niet volgen zonder ondertitels. Vaak versta ik pas achteraf wat er gezegd is. Maar soms hoor ik dingen die niet in de ondertitels terugkomen, omdat het niet past of omdat het niet relevant is. Scheldwoorden en vloeken. Dan zit ik stilletjes te grinniken en geniet ik van mijn bijzondere status.
Wat is nu het belang van dit alles? Dat weet ik ook niet. Ik vind het bijzonder om te merken hoe ik Denemarken gebruik als een persoonlijke eigenschap, hoewel ik niet nationalistisch ben ingesteld en mezelf een echte Nederlander voel. Je afkomst is inderdaad niet iets waar je je op kan laten voorstaan en ook niet iets waar je op kunt worden afgerekend. Maar het ís wel iets. Net als je lengte of haarkleur. Mijn Noordse afkomst heeft me een behoorlijke lengte en blonde haren gegeven. Maar wat als je afkomst toevallig een ander tintje heeft? Waarom zou je daar ook niet een persoonlijke eigenschap aan ontlenen? En je bijzonder voelen tegenover al die pocherige Nederlanders die niet weten waar ze het over hebben?
(Overeenkomsten met de actualiteit berusten niet op louter toeval.)