Je moet geld verdienen om te kunnen leven. Ja, dat weet iedereen. Als pas afgestudeerde kwam dit inzicht evengoed keihard bij me aan. Geld is cruciaal. Stel dat je wilt schrijven, omdat schrijven leven is. Dan moet je dus geld hebben om te kunnen schrijven. Onzin. Schrijven doe je toch uit noodzaak, uit (brr) urgentie? Ik vond het lange tijd een onopgelost raadsel. Het ontsnapte me, die crucialiteit van geld. Tot ik A Room of One’s Own van Virginia Woolf las.
Virginia Woolf begint haar voordrachten over ‘women and fiction’ met dat alledaagse gegeven: om te schrijven moet je geld hebben. Vrouwen en fictie? Dat is haast een fictieve combinatie, althans in 1928. Het antwoord op de vraag waarom dat zo is, is banaal: vrouwen hebben geen geld. Met geld koop je tijd – tijd om te schrijven. Zoals zij zelf deed toen ze een kleine erfenis kreeg waar ze jaarlijks van kon rondkomen. Het is een saai argument, maar wel cruciaal. Onbegrijpelijk voor mannen, in de tijd (nog niet zo lang geleden) dat vrouwen letterlijk geen muntstuk als eigen bezit konden hebben.
Waarom schrijven mannen nooit over eten? Nog zo’n vraag van Woolf die haast te banaal lijkt om te kunnen boeien. Hij hangt natuurlijk samen met het geld. Als je eenmaal met de crucialiteit van het geld in je gezicht geslagen bent, wordt schrijven over eten belangrijk. Eten, zo ontdekt Woolf, is een rechtstreekse spiegel van het geld. En daarmee van het leven.
Ondertussen las ik een ander boek over een (brr) ‘sterke vrouw’. Madame Sabatier van Peter van Dijk is een biografie in verhalen van een vrouw. Niet van een kunstenaar of schrijfster, maar van een schildersmodel en courtisane. Haar verhaal is daarom alleen te vertellen via de grote mannen die haar schilderden en beschreven. Zoals de ondertitel zegt: ‘haar vrienden, haar minnaars’. Dat waren niet de minsten, denk kaliber Baudelaire en Flaubert.
Madame Sabatier schreef dan niet, ze voorzag wel in haar eigen onderhoud, op de weinige manieren die voorhanden waren. Als figurante in de opera, als naaktmodel en als minnares. Dat laatste kon met de juiste man een flink inkomen garanderen, inclusief gerieflijk appartement in Parijs. Sabatier leefde ongeveer in dezelfde tijd dat de eerste vrouwen ook van hun schrijven konden rondkomen, zo leert de geschiedenisles die Woolf geeft. Ach, als je leest over al die artistieke mannen die om Sabatier heen fladderden, bedenk je al snel dat schrijven ook een soort prostitueren is.
Uiteraard hield Madame Sabatier salon, waar over kunst gedebatteerd werd en zij de mannen aftroefde in het maken van vieze grapjes. Bijzonder aan haar was dat zij kookte voor haar vrienden. Eten is belangrijk, zo blijkt maar weer. De beschrijvingen zijn om te smullen; de gedachte alleen al om dat elke zondagavond voor tien mannen te moeten klaarmaken doen me echter wanhopen. Aan het eind van haar leven nam Sabatier een kokkin in dienst. Toen was ze blijkbaar zover gekomen dat ze het alledaagse helemaal achter zich kon laten.
Ik moest denken aan die koppeling van eten en feminisme (want laat dat woord nu maar eens vallen) toen ik nietsvermoedend op mijn werk de kantine binnen wilde lopen om te lunchen. Een dame stond mij op te wachten, plat als een dubbeltje en met een ziel van bordkarton. En een kanariegele bikini natuurlijk. Waarom wind ik me zo over haar op, zo erg dat ik na de lunch ben teruggelopen om een foto van haar te maken en op twitter te zetten? Het moet te maken hebben met het verband tussen eten, geld, werken en vrouwen. Een halfnaakte reclamevrouw moet mij in mijn werkpauze, als ik wil gaan eten, aansporen om geld uit te geven en zo een vakantie te winnen. Ik weet niet eens waar te beginnen met de analyse.
Een paar dagen later zat ik nietsvermoedend op de wc in een te dure uitgaansgelegenheid. Drie vrouwtjes (ik kan niet anders zeggen), die aan marionettentouwtjes hangen en aan de lijn doen. (Zozeer dat hun hoofd een waterhoofd is geworden, totaal buiten verhouding met hun lichaam.) ‘Show off your lighter side.’ Wat zou Virginia Woolf daarvan zeggen? Madame Sabatier zou waarschijnlijk een copieus zesgangendiner bereiden voor tien van de meest artistieke en aanhankelijke mannen. Wie zal ik eens inviteren voor mijn salon?