Op de website van het Humanistisch Verbond: Het beeld van schuld, wroeging en vergeving
De mannen in praten zacht en kalm, met een warme stem. Wat ze zeggen is minder warm en zeker niet geruststellend. Jonge soldaten die vochten in de Congolese burgeroorlog vertellen in de documentaire Weapon of War hoe ze vrouwen hebben verkracht. Zo, dat komt hard aan. Toch klinkt het in de mond van de zachtaardige (ex)soldaten als de gewoonste zaak van de wereld. In het leger gebeurt het evenzeer als in de milities, kort gezegd: iedereen doet het. Daarom blijft het ook in stand, als een van de vele manieren om oorlog te voeren. Het werkt als een machtsmiddel, gebruikt om de bevolking te onderdrukken. Het is voor de soldaten ook een manier om hun status te verhogen onder medestrijders. Als de oorlog voorbij is, gaan ze echter gebukt onder zwaar psychisch lijden, voortkomend uit wroeging.
Op de afgelopen editie van het Nederlands Film Festival won de documentaire Weapon of War een Gouden Kalf in de categorie beste korte documentaire. Het contrast tussen de rust van de jongens en dat wat ze vertellen maakt dan ook veel indruk. De film draait niet zozeer om het geweld, maar om het verzoeningsproces naderhand. Alleen al door de bijna fluisterende, zoekende manier waarop de mannen over hun gruweldaden vertellen geloof je direct dat zij spijt hebben en oprecht vergiffenis zoeken. Een ontroerend fragment is opgenomen tijdens een kerkdienst, geleid door legerkapitein Basima. Een aimabele man met pretoogjes, die met hart en ziel strijdt tegen de verkrachtingen. Maar let op: ook hij spreekt met zo’n zachte stem en een rustige verteltrant. En ook hij blijkt niet onschuldig. In de kerkdiensten die hij sinds zijn ommekeer leidt – sinds hij seksueel geweld heeft afgezworen – preekt hij openlijk over de verkrachtingen. In het kerkzaaltje zitten zowel vrouwen, onder wie vermoedelijk slachtoffers, als mannen, onder wie zeker daders. Een groepje soldaten zingt een lied. Met hun legerboots stappen ze de maat mee op de houten vloer. De zachte stemmen klinken in samenzang.
‘Wie zal ons vrede brengen
op dit Afrikaanse continent, vrienden
nu oorlog overal voorkomt’
De camera zwenkt door de zaal. Daar zitten de vrouwen. Ze kijken weg, naar de hoeken van het plafond of juist naar de vloer. Ze kijken door de mannen heen, verzonken in gedachten. Opeens zijn de schaamte en het verdriet voelbaar, als een grote olifant midden in de kamer. De vrouwen zijn niet vergeten wat aan dit lied vooraf is gegaan. Weapon of War houdt de herinnering in leven, maar werkt ook toe naar vergeving. Vergeven betekent zeker niet vergeten, maar is een noodzakelijk ritueel om in elk geval in het dagelijks leven verder te kunnen.
Vergeven is een woord dat even zacht en rustig klinkt als de stemmen van de Congolese vechters. Je zou bijna vergeten dat vergeving een reactie is op iets vreselijks. Een film die toont wat voorafgaat aan de periode van vergeving, waarin de stemmen van de mannen nog niet zijn verzacht door wroeging, is Pray the Devil Back to Hell. Deze documentaire vertelt ook het verhaal van mannen en vrouwen in een Afrikaanse burgeroorlog, een van de heftigste van het continent, onder een van de beruchtste dictators van onze tijd: het Liberia van Charles Taylor. Mannen en vrouwen staan hier, in het heetst van de strijd, lijnrecht tegenover elkaar. De oorlog duurt en duurt. Het is een mannenoorlog, waarin geen van de partijen ook maar iets wil toegeven, in feite omdat alle mannen azen op een belangrijke en goedbetaalde positie. Maar niet iedereen kan tegelijk de belangrijkste positie in het land bekleden. De vrouwen hebben pech: zij mogen onder erbarmelijke omstandigheden proberen een kostje bij elkaar te schrapen om hun kinderen te voeden. Nog los van de vraag hoe ze hun kinderen óp moeten voeden. Elke keer dat een jongen, hoe klein ook, de straat op gaat, loopt hij kans als kindsoldaat te worden ingelijfd bij een van de vechtende partijen. Het is niet een kwestie van leven, maar van overleven. Tot de vrouwen het zat zijn. Ze verzamelen zich op een grasveld midden in de hoofdstad Monrovia. Dag in dag uit komen ze daar bij elkaar. Ook in deze documentaire klinkt een lied. De vrouwen zingen, in een samenhang van zachte stemmen:
‘We want peace, no more war
we want peace, no more war’
Nu zijn het de mannen die je doen realiseren dat vrede nog ver weg is. De beelden van de soldaten – vaak nog kinderen – die met tientallen tegelijk op open jeeps door de straten rijden, automatische geweren in de hand en een totaal gefreakte, strakke drugsblik in de ogen, zijn onthutsend. Je kunt je maar al te goed voorstellen hoe die jonge mannen elkaar zullen ophitsen als ze in dorpen terreur komen zaaien en de vrouwen ‘voor het oprapen liggen’. Ook kun je je voorstellen hoe zij, veertien- vijftienjarigen onder de drugs en in de greep van een machtige leider, als de strijd gestreden is in elkaar zullen storten tot ze van wroeging alleen nog zacht en langzaam kunnen spreken.
De vrouwen krijgen het onmogelijke voor elkaar: ze dwingen met hun actie voor vrede af dat de strijdende partijen om de tafel gaan. Zelfs bij de vredesonderhandelingen organiseren ze hun ‘sit-ins’ en zingen ze hun lied. Het getouwtrek van de macho’s om de machtigste posities blijft zelfs aan de onderhandelingstafel gewoon doorgaan. Uiteindelijk wordt een akkoord bereikt en Charles Taylor opgepakt (hoewel niet voor zijn misdaden begaan in Liberia). Wie Weapon of War heeft gezien, weet echter dat er dan nog een heel lange weg te gaan is.
http://www.praythedevilbacktohell.com/
http://www.weaponofwar.nl/