Manifest voor een Existentialistische Partij

logo_fm
Morgen verkiezingen, vandaag een Manifest voor een Existentialistische Partij.
Op het blog van Filosofie Magazine.
8 punten, te beginnen met, uiteraard, Vrijheid.

Sartre was communist, maar geen mens die zich verdiept in de filosofie van het existentialisme zal dat kunnen begrijpen. Sterker nog, was er maar een Existentialistische Partij. Dan zou ik wel weten waar ik morgen op ging stemmen. Het boekje van Sartre-kenner Gary Cox, Word existentialist, mag gelden als ideologisch manifest.

1. Iedereen is altijd vrij. Ach, wat hebben de politieke partijen hun mond (en naam) vol van vrijheid. Maar die komt niet in de buurt van de absolute vrijheid. Niet de vrijheid om te doen wat je wilt, maar de vrijheid die dicteert dat je altijd een keuze hebt, hoe miniem en beperkt ook.

2. Elke keuze is een keuze voor de toekomst. ‘De kern van vrijheid is keuze en de kern van keuze is handelen.’ Elke keuze is er een vóór een mogelijke toekomst en daarmee ook tégen het alternatief. De toekomst ligt niet vast, dus je keuzes niet en je handelen ook niet.

3. Verantwoordelijkheid valt niet te ontlopen. Absolute vrijheid brengt absolute verantwoordelijkheid met zich mee. Vrijheid is niet alleen een bron van vreugde, maar ook een last. Je had altijd een andere keuze kunnen maken in een bepaalde situatie, dus zul je ook moeten verantwoorden waarom je deze keuze maakte.

4. Kwade trouw: excuses worden niet geaccepteerd. Inkoppertje. Niet je verantwoordelijkheid nemen, maar je verschuilen achter excuses. Ook wel: opzettelijke onwetendheid, zodat je kunt zeggen dat je niet op de hoogte was. Of: niet kiezen, terwijl niet kiezen óók een keuze is. Kwade trouw is voor bleue bakvissen.

5. De Ander is iemand, niet iets.  Als je de ander als object, als ding ziet, ontneem je hem zijn vrijheid. Door een label te plakken (werkloze, jonggehandicapte, maar ook bankier, pluchezitter) bijvoorbeeld. Als je er echt niet meer uitkomt: ‘De Ander is het afvoerputje waardoor de wereld leegloopt.’

6. Niet zeuren over de feiten. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn weliswaar absoluut, maar niet onbegrensd. De geschiedenis, je genen of gezondheid: die zijn nu eenmaal zo gegeven. Toch strekt je verantwoordelijkheid zich ook uit tot deze ‘facticiteit’. Juist, je bent ook verantwoordelijk voor dat wat je niet kunt veranderen. Dan kun je het ook niet meer gebruiken als een slap excuus. (‘Alles is de schuld van mijn ouders’ mag heel soms.)

7. Authenticiteit is realisme. Is Roemer authentiek? Wilders, Rutte? Authenticiteit is een uitgesleten, leeg woord waar alles in verdwijnt. Het draait ook niet om ‘dicht bij jezelf blijven’ – alsof je ooit met jezelf kunt samenvallen. En ook niet om ‘terug naar de natuur/de oertoestand/de jaren vijftig’ – want kiezen betreft altijd de toekomst. ‘Authenticiteit heeft ermee te maken dat iemand de realiteit onder ogen ziet en de harde waarheid accepteert dat hij op elk moment een vrij wezen is dat nooit met zichzelf zal samenvallen.’ (De Existentialistische Partij verkoopt geen luchtkastelen.)

8. De wereld is zinloos. En tot slot: de existentialistische politicus – en zij die op hem stemt – ziet in dat de wereld contingent is en we er lukraak betekenis aan toekennen. Hoe belangrijk is het eigenlijk allemaal? Belangrijk genoeg om op 12 september te gaan stemmen, maar dan met het de knagende intuïtie dat het – net als het leven, de wereld – zinloos is.

Word existentialist
Gary Cox
ISVW Uitgevers
160 p. / € 22,50


Geplaatst

in

door