Mens, oorlog en getuigenis

Rede, uitgesproken op Brainwash Festival, 27 oktober 2024

Er is de mens ín de oorlog en de mens die kijkt naar de oorlog. Ik heb het geluk tot de laatste te behoren. Hoe kan ik een goede getuige zijn?

Overweldigd door beelden en nieuws uit Gaza, Oekraïne en elders, voel ik me tegelijk verantwoordelijk om niet weg te kijken. Niet wegkijken – dat was eerst nog figuurlijk, een opdracht aan de wereld of de politiek. Maar nu geldt het ook letterlijk, met alle beelden die op onze schermen langskomen. Wegkijken zou een vorm van ontkenning zijn, van onverschilligheid en onrechtvaardigheid.

Omdat de beelden bovendien binnenkomen op een apparaat waarmee we zelf ook kunnen zenden, gaat het nog een stap verder. Je moet niet alleen niet wegkijken, maar je ook uitspreken, de misstanden delen en veroordelen. Niet stil blijven. Kijken en luisteren gaan zo over in spreken en zenden. Het kan je de adem benemen.

Het is misschien niet gek dat sommigen de neiging voelen om maar helemaal te stoppen. Beelden te mijden, het nieuws te mijden, gesprekken te mijden. Want wat hebben zij ver weg eraan dat we gestrest raken, niet meer slapen, moeten huilen en bang worden? Niets toch?

Ik wil me niet neerleggen bij een keus tussen aan de ene kant jezelf laten overweldigen door het nieuws, klikken, kijken, liken en doorsturen, en aan de andere kant jezelf helemaal afsluiten, niet meer meedoen. Iedere binaire tegenstelling moet opengebroken worden. Daarom stel ik hier een hefboom voor: de idee van de getuigenis.

Er verandert iets wanneer we niet alleen kijken naar oorlogsbeelden waarop medemensen kwetsbaar zijn en pijn lijden, maar hen ook opvatten als getuigen die een verhaal vertellen, waarnaar wij hier in Nederland op afstand kunnen luisteren.

Denken over de noodzaak om ruimte te scheppen voor getuigenis gebeurt al jaren, zeker sinds de Tweede Wereldoorlog. De psychiater Dori Laub geeft daarvoor handvatten waar we nog steeds iets aan kunnen hebben. Hij maakt een onderscheid tussen de getuige die alles meemaakt ‘on the ground’, de ooggetuige zeg maar. En degene die luistert naar het verhaal van die getuige, dus: de getuige-van-de-getuige. Vervolgens is er een derde stap, als je als lezer of kijker een getuigenis tot je neemt.

Dori Laub luisterde bijvoorbeeld naar overlevenden van de Holocaust en deed daarvan verslag op papier, een boek dat mij op mijn beurt getuige daarvan laat zijn. Als ik een video bekijk, opgenomen door iemand die me meevoert door de verwoestingen in Gaza, ben ik getuige van de ooggetuige – en nu ik hierover vertel, bent u op uw beurt getuige van deze getuigenis.

Zo ontstaat een ketting van getuigenissen. De schakels van de ketting zijn met elkaar verbonden. En dat schept een relatie waar ik zorg voor kan dragen. Een ander voorbeeld is het werk van de Belarussische schrijver Svetlana Alexijevitsj. In haar boek De oorlog heeft geen vrouwengezicht, bijvoorbeeld, laat ze honderden vrouwen aan het woord, wier getuigenissen zij heeft opgetekend, een project van jaren. Een ketting van getuigen: van de vrouw in de oorlog, naar de schrijfster, naar mij als lezer en u hier in de zaal.

Het verschil met Laub en Alexijevitsj is dat hun getuigen spraken over het verleden. Ik bevind me op afstand in de ruimte, maar niet in de tijd. De verschrikkingen komen direct tot mij. Daarom voel ik me verantwoordelijk – kan ik met mijn kijken het verloop van de gebeurtenissen niet beïnvloeden? (Dat is waarom Susan Sontag het kijken naar beelden uit de oorlog in Joegoslavië toentertijd verdedigde: er was een kans dat het iets zou veranderen.)

Een ander verschil zijn de sociale media. De ketting van getuigenissen is ook een ketting van technologieën. Media brengen de verhalen tot me, maar ik kan ze zelf ook inzetten. Dat maakt me extra verantwoordelijk voor mijn schakel in de ketting, als ik beelden of verhalen doorstuur en van een nieuwe context voorzie, wat tegenwoordig zo makkelijk kan.

Alexijevitsj en Laub vertellen nog iets over wat het betekent om een goede getuige te zijn. Een getuigenis heeft een evenzeer een spreker als een luisteraar nodig. Alexijevitsj vertelt hoe de vrouwen die ze interviewt voor het eerst sinds decennia hun eigen verhaal vertellen. Niemand wilde er eerder naar luisteren. Doordat er iemand was die er tijd en aandacht aan schonk, kregen de verhalen betekenis. In de woorden van Dori Laub: de getuigenis is de geboorte van een nieuw perspectief. Het perspectief van iemand die niet alleen bekeken wordt zoals op foto’s, maar die ook zelf kijkt (zoals Sontag schrijft).

Luisterend getuige-van-de-getuige zijn is niet echt waar de sociale media ons toe uitnodigen. Zij vragen om versnelling, verstrooiing, bevestiging, zenden. Luisteren vraagt juist om tijd, aandacht en een open houding. We moeten oog – en oor – krijgen voor hoe media en technologie onze rol van getuige vormgeven. Kijken, je uitspreken en protest kan de wereld veranderen, maar we hoeven ons daarbij niet te laten opjagen door de media die we gebruiken. Kunnen we niet alleen niet wegkijken, maar ook stilstaan bij wat we zien? Tijd en aandacht schenken aan wat tot ons komt, voordat we ons richten op de volgende schakel in de ketting?


Geplaatst

in

door