Beste boeken 2012

word-existentialist

De lijst staat verder naar beneden, eerst de Bookpedia-statistieken:

Ik las dit jaar 40 boeken boeken, waarvan 5 grotendeels gelezen.
Mee bezig: de teller staat op 8, nadat een aantal terug zijn gebracht op Ongelezen of Niet uitgelezen. Waanzin.

Uiteindelijk heb ik een stuk minder boeken gelezen dan voorgaande jaren (2008, 2009, 2010, 2011). Dat heeft zo z’n redenen, ik ben aan een nieuwe baan begonnen waar ik veel losse dingen voor heb gelezen – boeken die ik voor het grootste gedeelte heb doorgewerkt zijn meegeteld.

Een andere reden: er zijn maar weinig boeken geweest die me zodanig hebben meegesleept dat ik ze als een hongerige wolf heb verslonden. Een matig boekenjaar dus, in mijn optiek.

Ik las vooral veel filosofie en essays, de uitgeverijen Lemniscaat en Boom zijn beter vertegenwoordigd dan de grote literaire jongens. Bijna de helft stamt uit 2012 – mijn conclusie: minder nieuwe boeken lezen en meer oude zal het leesgenot misschien weer doen verhogen.

Gemiddeld aantal sterren: 3,175. Wat inderdaad een zeer gemiddeld getal is.
Waarvan twee keer 1 ster (dat is nog nooit voorgekomen denk ik) (hier en hier vind je welke dat zijn).
En ook slechts twee keer 5 sterren (tekenend).

Voor wie zijn die vijf sterren dan?
Ten eerste Gary Cox – Word existentialist die me inspireerde tot een heus manifest.

En twee, een boek dat ik nota bene al gelezen had, jaren terug, en nu onderwerp was van de leesclub waar iedereen jaloers op mag zijn, Bier met Boeken: Vladimir Nabokovs Pnin.

Nu ik erover nadenk is Bier met Boeken misschien wel mijn beste ‘boek’ van het jaar.

Vooruit, er was natuurlijk meer moois. Hier dan:
André Aciman – Alibi’s. Essays over elders. Een intellectueel genot, zeker ook om een recensie over te schrijven. (Zinnen als herinneringen)
J.M. Coetzee en Paul Auster – Een manier van vriendschap. Brieven 2008-2011. Ook dat recenseerde ik, voor Athenaeum: Een cadeau dat eigenlijk te mooi is voor de gelegenheid.
Dit was toch ook het jaar van mijn ontmoeting met Paul Auster, groot schrijver en groot mens. (Hier mijn verslag)
Susan Cain – Stil. Absolute eye-opener over wat het betekent om introvert te zijn. (Introvert en extravert, de kantoortuin en zure matten)

Lees vooral ook:
Oek de Jong – Pier en oceaan (Mystiek veroverd op het onverschillige geweld van de zee)
John Williams – Stoner (Literatuur, liefde, leren, leven: John Williams – Stoner)
Patrick Lapeyre – Het leven is kort en het verlangen oneindig (recensie en een rêverie over de verliefde man)
John Green – Een weeffout in onze sterren. Onlangs in één ruk uitgelezen, prachtig boek over ziekte, dood, liefde en vriendschap en zestien jaar oud zijn.
In een doorwaakte nacht las ik in enkele uren Imre Kertész – Liquidatie. Een heftige ervaring.

De filosofische tips:
Mark Vernon – Een beetje geluk met filosofie. Korte stukjes, maar vol diepgang en nergens maakt Vernon zich er makkelijk van af.
Michael Sandel – Rechtvaardigheid. Erg Amerikaans, maar niemand legt de categorische imperatief van Kant beter uit dan hij.
Bert Keizer – Waar blijft de ziel? Essay voor de Maand van de Filosofie.
Daar hoort ook bij gelezen te worden: Jan Bor – Wat is wijsheid?
(Nu nog mee bezig, dus mag eigenlijk niet: Paul van Tongeren – Leven is een kunst. Over morele ervaring, deugdethiek en levenskunst en op de valreep begonnen aan Karl Ove Knausgård – Vader, een boek dat aan me trekt en duwt en waar ik snel naar terug wil en tegelijk bang voor ben)

Zo bezien was het toch een mooi boekenjaar! Maar mijn wens voor volgend jaar is weer omvergeblazen worden. Is het niet door boeken uit 2013, dan zoek ik ze zelf wel in het verleden.