Dezsö Kosztolányi – De avonturen van Kornél Esti

esti2

Op 8WEEKLY: Maak kennis met een vriend voor het leven
En lees ook op dit blog Kornel Esti, de enige held in dit verhaal en over een andere roman van Kosztolányi: Nero, de bloedige dichter

Kornél Esti is een levenslange vriend van iedereen die De bekentenissen van Kornél Esti las. Wat een plezier om te ontdekken dat schrijver Dezsö Kosztolányi nog meer Esti-verhalen schreef, nu met enkele verspreide verhalen verzameld in De avonturen van Kornél Esti.

Bijna zou je jaloers worden op de lezers die met Esti kennismaken door deze avonturen; zij hebben nog een hele roman in het verschiet liggen. Dat boek uit 1933, vertaald in 2006, werd de hemel in geprezen, maar is nooit zo beroemd geworden als het werk van bijvoorbeeld Kosztolányi’s landgenoot Sándor Márai. Hoewel de ‘overige verhalen’ die het tweede deel van deze bundel uitmaken zeker de moeite waar zijn, is het overduidelijk dat Kosztolányi door de schepping van zijn alter ego Esti zijn plek aan het literaire firmament verdient.

Luidkeels dromen
In zeventien verhalen volgen we min of meer chronologisch de levensloop van Kornél Esti, eerst student, dan journalist, uiteindelijk beroemd schrijver en dichter. Een vriend van hem tekent de verhalen op en misschien is dat de reden dat Esti voelt als je hoogsteigen boezemvriend. Een prachtig stijlmiddel: kiezen voor een verteller die zelf anoniem blijft, maar duidelijk houdt van zijn ‘reisgenoot’ in dit leven. Zo zijn de verhalen direct doordrenkt van warmte, ook al zijn ze vaak geschreven als monoloog van de hoofdpersoon. Toch zou het perspectief van Esti als ik-figuur een heel andere verhouding opleveren. ‘We dronken geel en rood door elkaar, ook groen, allerlei wilde borrels, begon Kornél Esti. We waren de hele nacht luidkeels aan het schreeuwen.’

Scènes uit het leven zijn het, die op zich niet zo bijzonder lijken. Neem de jongelingen waartoe Esti behoort. Studenten die luidkeels dromen van het schrijversbestaan. Komen we die niet al te vaak tegen? Het verschil is dat deze groep zich niet overbluft, want ze bezit een uitzonderlijke verbeelding. Zo begint het geestige verhaal ‘Oorvijg’:

In het gezelschap rond Esti, dat uit gelijkgestemde kerels van een jaar of twintig bestond, gebeurde het regelmatig dat ze zomaar ineens iemand een oorvijg wilden geven, zonder enige aanleiding, alleen om te genieten van de plotseling ontstane dramatische situatie, als een soort experiment. Met dit idee, dat nieuw noch geestig genoemd kan worden, konden ze zich urenlang vermaken zonder het ook maar één keer uit te voeren, want de laffe, zoete dromerij bevredigde hen volkomen en de uitvoering zou voor hen slechts een slap aftreksel van de voorstelling zijn geweest.

De dood van een hoed
Beroemd schrijver of niet, Esti ontwikkelt zich tot de meest aimabele man die je je kunt voorstellen: intelligent en humorvol, maar vooral ook behept met een groot gevoel van mededogen voor de mensheid. Nee, voor de wereld, waaronder ook de dingen vallen. Neem ‘De hoed’, waarin Esti zijn hoed niet weet te redden van een pijnlijke dood. Absurd, maar Kosztolányi maakt de empathie van Esti met zijn hoed volkomen geloofwaardig en dus ontroerend. Esti’s motto is dan ook: ‘omdat ik mezelf niet kon troosten, legde ik me toe op het troosten van anderen’.

Esti is een welgestelde heer vergeleken met de meeste van zijn generatiegenoten. In het Boedapest van de jaren twintig en dertig heerste geen overvloed. Alleen de fantasie raakt nooit op. Dan kan een hoed leven en doodgaan, kan een nooit gegeven oorvijg urenlang vermaak geven. In veel verhalen draait het om de uitwassen van de verbeelding, ‘de onwaarschijnlijkheid van het waarschijnlijke’ zoals het ergens heet.

Zeven vette jaren
In het tweede deel introduceert Kosztolányi meer personages die aan het kortste eind hebben getrokken. Zij gaan gebukt onder armoede – een thema dat ook in zijn ‘dienstmeisjesroman’ Anna aan de orde kwam. Toch zijn de vrolijke verhalen het sterkst, zoals ‘Zeven vette jaren’ over een drankfestijn waar de garderobe van een van de drinkebroers van eigenaar wisselt en weer terug. Zonder reden, gewoon omdat het geestig is. Wat de verbeelding vermag wanneer de verveling toeslaat.

Vrienden van Kornél Esti zullen dit boek blind aanschaffen en zich geroepen voelen na de avonturen weer de eerdere roman op te pakken. Onbekenden lezen beter eerst het tweede deel met overige verhalen, leren dan Esti kennen in het eerste deel, om zich ten slotte te laten overdonderen door de onmisbare Bekentenissen.


Geplaatst

in

door