Dickens IV: lees en leef niet naar de letter maar naar de geest

dickens_fabriek

Als iedere volwassene net iets meer het kind in zichzelf in leven zou houden, zou de wereld een stukje mooier zijn. Dat moet je wel concluderen uit het werk van Charles Dickens, waarin kinderen de enigen zijn met een open vizier en een gevoelig hart. Via het kind laat Dickens zien hoe ruw en onbeschaafd de volwassen wereld met al haar regeltjes, bemoei- en geldzucht is. En het kind is degene die de volwassenen de ogen laat openen.

Charles Dickens was een ‘modernist’ zoals dat in de negentiende eeuw genoemd werd. Met zijn werk ageerde hij tegen onderdrukking en uitbuiting, en niet zonder succes. Hij was er niet alleen op uit om misstanden aan de kaak te stellen. Dickens geloofde ferm in het belang van verbeelding, verbeelding die gestimuleerd moet worden om uit te kunnen groeien tot moreel besef. In kinderen is die verbeelding nog levend. Het hele maatschappelijke systeem lijkt er echter op uit om de verbeelding uit te roeien, met uitwassen in het recht en onderwijs tot gevolg.

In de laatste van vier lezingen over Charles Dickens vertelde prof. Jan Lokin over de laatste jaren van de grote auteur, die haast in het harnas zou sterven en een veranderende, ietsje menselijker, maatschappij achterliet. Het is één ding om op de barricaden te klimmen en misstanden aan te klagen; Dickens ging het om iets fundamentelers, zo blijkt uit zijn liefde voor de verbeelding. Ook al werd hij dan een modernist genoemd, kenmerkend van Dickens was juist dat hij zich bij geen beweging of partij wilde aansluiten. Een partij is misschien bij uitstek een instrument dat de verbeelding om zeep helpt en een beweging loopt altijd het gevaar te verkeren in haar tegendeel.

Dat zie je bijvoorbeeld in A Tale of Two Cities, dat over de Franse Revolutie gaat. Eerst laat Dickens de enorme uitbuiting van de armen door de adel zien. Als het medelijden met die sloebers het hoogste punt bereikt, slaat de vlam in de pan en draaien de rollen om. Wat blijkt? De armen die de macht grijpen, voeren een schrikbewind dat niet onder doet voor dat van de adel. Dickens veroordeelt beide, of beter gezegd: veroordeelt onderdrukking op zich, wie ook onderdrukker of onderdrukte is. Het gaat niet om een politieke stellingname, maar om mensen.

Aan het eind van zijn leven kampte Dickens met vreselijke gezondheidsproblemen. Hij stierf op het toppunt van zijn roem; enkele maanden voor zijn dood was hij op audiëntie bij koningin Victoria en de prins en prinses van Wales waren als twee van duizenden bezoekers aanwezig bij zijn laatste voorlezing. Maar Dickens liet zich niet meeslepen en gaf zijn kinderen als laatste levensles de volgende woorden mee:

I commit my soul to the mercy of God through our Lord and Saviour Jesus Christ, and I exhort my dear children humbly to try to guide themselves by the teaching of the New Testament in its broad spirit AND TO PUT NO FAITH IN ANY MAN’S NARROW CONSTRUCTION OF ITS LETTER HERE NOR THERE.

Dat wil zeggen: lees niet naar de letter, maar naar de geest. Net als rechters zouden moeten doen, en dominees, politici natuurlijk, maar ook biografen van Dickens – eigenlijk alle volwassenen. Een actuele boodschap die niet vaak genoeg herhaald kan worden.

Kijk alle lezingen terug en lees de voorgaande nieuwsblogs via de programmapagina van Dickens. Literatuur als bron van kennis. De lezingen zijn opgenomen door Home Academy en verschijnen eind 2011 op cd.

[Verschenen op het Studium Generale nieuwsblog]


Geplaatst

in

door