Fjodor Dostojevski. Mensen zijn dom en slecht

levenskunst

Wat kunnen we leren over ons eigen leven van een negentiende-eeuwse, Russische schrijver, die ter dood veroordeeld werd, op het laatste moment genade kreeg en naar Siberië werd verbannen, die vuistdikke romans schreef over moorden, gepleegd vanuit theorieën die de Nietzscheaanse Übermensch voorafschaduwen? Dostojevski laat ons door zijn schrijven ervaren wat het betekent om te leven in een wereld waarin God niet bestaat. Hij geeft geen antwoorden, maar dwingt de lezer een standpunt in te nemen. Een filosofische houding die steeds opnieuw aandacht verdient.

Misdaad en straf
Raskolnikov is de hoofdpersoon van het meesterwerk Misdaad en straf. Hij pleegt een moord op basis van het onderscheid tussen gewone en buitengewone mensen. De laatste zijn zeldzaam: genieën als Pasteur, profeten als Mohammed of staatslieden als Napoleon. Raskolnikov stelt de vraag of een buitengewoon mens het recht heeft om een ander uit de weg te ruimen bij het verwezenlijken van zijn grote idee. Had Napoleon het recht om duizenden soldaten op te offeren? En: is Raskolnikov zelf een buitengewoon mens? Natuurlijk denkt hij van wel. Hij wil het bewijzen, en wel door middel van een moord.

In de roman staan twee typen moraal tegenover elkaar: de Übermenschtheorie en de gemeenschapszin. De eerste wil dat de mens boven zijn medemensen uitstijgt en zich ontwikkelt tot een uniek individu. De gemeenschapstheorie vraagt juist van de mens op te gaan tussen de anderen. Dostojevski laat de twee theorieën botsen door de idee van de Übermensch te criminaliseren. Hij associeert die de hele tijd met moord, duisternis en straf. Toch geeft hij geen eenduidig oordeel en de uitslag van de botsing blijft onzeker. Het is aan de lezer om te beslissen waar het gelijk ligt.

De gebroeders Karamazov
Ook in De gebroeders Karamazov schrijft Dostojevski over een moord, gepleegd op grond van een theorie. In dit geval: ‘Als God niet bestaat is alles geoorloofd.’ Er volgt uiteindelijk een veroordeling – of dat van de echte moordenaar is of niet laat ik in het midden. Voor de gemeenschap is de moord vergolden.

Weerlegt Dostojevski met zijn roman dan de theorie ‘Als God niet bestaat is alles geoorloofd’? Zo eenvoudig is het niet. Net als bij de Übermenschtheorie criminaliseert Dostojevski de gedachte dat God niet bestaat. Hij associeert die steeds met moord en doodslag. Maar wat betekent die theorie, los van bloedvergieten? Als God niet bestaat is de mens volstrekt vrij. Een gedachte die niet alleen vooruitloopt op de filosofie van Nietzsche, maar ook op het existentialisme van Sartre.

Het verhaal van de Grootinquisiteur
Via het verhaal van de Grootinquisiteur legt Dostojevski de vraag neer of wij de vrijheid wel willen. De last van de vrijheid is zo zwaar dat we hem niet kunnen tillen. Om waarlijk vrij te zijn moet je afstand doen van eten, geloof en autoriteit. Alleen als we alle houvast kunnen loslaten, zijn we vrij. Maar dat leidt tot angst, onzekerheid en schuldgevoel. En het zal je niet geliefd maken. Vrijheid heeft een hoge prijs. Stel jezelf de vraag: willen we die vrijheid wel? Kunnen we de vrijheid aan? Ben je in staat afstand te doen? Willen we dat ook wel? Waarom zouden we niet kiezen voor autoriteit en geloof? Dostojevski geeft geen antwoord. Hij laat de beslissing aan de lezer over. Een belangrijke denker, ook in deze tijden waarin vrijheid het brandpunt van veel discussie vormt.

Kijk de lezing van Maarten van Buuren over Dostojevski terug.


Geplaatst

in

door