Het ontroerende van kippen

Na al die zwaarmoedigheid van Dostojevski, de Lebenslüge en het verraad, moest ik opeens denken aan kippen. Misschien door de kaart die ik vandaag moest schrijven, waarop een konijn stond. Waarom een konijn? Niemand die het wist. Waarom doet een konijn me aan een kip denken? Niet alleen omdat ze hun initiaal delen. Het zijn vrolijke dieren, die je zomaar tegen kunt komen, op straat of op een grasveldje voor het Bestuursgebouw op de Uithof na een werkdag van tien uur, of verscholen in een rotonde, zoals in dat ene gedicht dat hier te vinden is (Zomer). Half gedomesticeerd en juist daardoor zo geestig en ontroerend.

En toen kwam ik ook nog zomaar dit citaat tegen, waar ik blij en ook wat melancholisch van word, en dat daarom helemaal klopt.

Op een gegeven moment vielen me midden in een groen veld een paar kippen op die zich, hoewel de regen nog helemaal niet zo lang geleden was opgehouden, een naar mijn idee voor die kleine witte beestjes enorm stuk hadden verwijderd van de boerderij waar ze thuishoorden. Om een reden die ik nog steeds niet helemaal kan begrijpen heeft de aanblik van dat groepje kippen dat zich zo ver het vrije veld in had gewaagd, mij zeer geraakt. Ik weet hoe dan ook niet wat het aan bepaalde dingen of wezens is dat mij soms zo ontroert.

W.G. Sebald, Duizelingen


Geplaatst

in

door

Tags: