Patrick Lapeyre – Het leven is kort en het verlangen oneindig

Men in love, zo zou de roman ook kunnen heten waarmee Patrick Lapeyre de Prix Fémina won, de grote Franse literaire prijs die toegekend wordt door een vrouwelijke jury. Lapeyre wordt geroemd om zijn onderzoek naar ‘de verliefde man’, zoals Het leven is kort en het verlangen oneindig te lezen is. Twee mannen, één vrouw, nul op het rekest.

Een onderzoek naar de verliefde man, dat doet denken aan wat Milan Kundera schreef over rokkenjagers. De Don Juans van deze wereld zijn er volgens hem in twee soorten: de man die op zoek is naar De Ene, de vrouw aller vrouwen. Na elke verovering is hij teleurgesteld, want De Ene bestaat natuurlijk niet. Door naar de volgende. De andere soort is niet op zoek naar één vrouw, maar wil alle vrouwen leren kennen. Hij geniet van de overvloed en variatie die beschikbaar is, als een kind in een snoepwinkel. Een type dat je vaak tegenkomt ontbreekt in deze classificatie: de rokkenjager die noch de Ene zoekt, noch de veelheid, maar zichzelf. De narcistische rokkenjager kun je hem noemen, die feitelijk niet geïnteresseerd is in de ander, maar op zoek is naar bevestiging.

Niet voorgoed verloren
Wie is de verliefde man die in dit onderzoek naar voren komt? Het zijn er twee, Louis Blériot en Murphy Blomdale, die beiden, aan weerszijden van het Kanaal, vallen voor de ongrijpbare Nora. Waarom zij nu de zon is waaromheen de twee hun wanhopige rondjes blijven draaien, wordt niet helemaal duidelijk. Ze is zo’n typisch nimfachtig wezen dat op mannen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent, terwijl er objectief gezien niets voor haar spreekt: ze is labiel, ontrouw, talentloos, en een klaploper bovendien. Maar goed, in de liefde bestaat zoiets als ‘objectief gezien’ natuurlijk niet. Blériot: ‘Het is alsof ze op hem inwerkt als zo’n hallucinerend middel dat je bewustzijn verruimt en tegelijk je hersencellen verwoest.’

De mannen in Het leven is kort en het verlangen oneindig hebben hun Ene gevonden, zoveel is duidelijk. Maar zichzelf zijn ze verloren. Niet voorgoed verloren, zoals je geneigd bent om te zeggen. Als deze roman iets duidelijk maakt, is het dat liefde de kracht van een aardbeving kan hebben, maar dat ze niet dodelijk is. De mannen blijven na het schuiven van de tektonische platen achter in een verwoeste wereld, uitgeput, leeggezogen, verfrommeld, maar toch, ze komen er wel weer bovenop.

Verlamd door de noodzaak te kiezen
Zoals Nora tussen haar minnaars in Londen en Parijs heen en weer pendelt, zo pendelt ook hun liefde heen en weer, tussen de wil om hun leven voor haar te geven en de wil om hun leven te behouden. Probleem van beide mannen is dat ze even talentloos zijn als Nora. Murphy werkt in het Londense financial district, waar de klappen van de crisis vallen; Blériot vertaalt zo af en toe een artikel, maar teert gewoon op de zak van zijn vrouw. En juist als je leven niet zoveel voorstelt, is het moeilijk om met een groot gebaar voor de liefde te kiezen. Het leven mag kort zijn en het verlangen oneindig, praktische bezwaren staan ook hier in de weg. Verlamd door de noodzaak te moeten kiezen, laten ze het leven maar voor hun kiezen, ‘[h]etgeen zou kunnen verklaren waarom je steeds onverschilliger kunt worden, en tegelijk steeds onafscheidelijker’. Welk vooruitzicht is erger – ‘om op een dag bij zijn vrouw weg te gaan of om oud met haar te worden’? De pendel hangt stil, tot de volgende aardbeving zich als een noodlot voltrekt.

Eigenlijk is dit een verhaal van losers, dat soms behoorlijk ergerniswekkend kan zijn. Patrick Lapeyre weet het echter treffend op te schrijven. Bij de eerste ontmoeting van Louis en Nora: ‘Ze is nu zo dichtbij dat Blériot het gevoel heeft dat, mocht hij per ongeluk iets te ver overhellen, hij haar als een slaapwandelaar in de armen zou vallen.’ Dat is een mooi beeld, en bovendien een nauwkeurige beschrijving van wat er gebeurt. Als slaapwandelaars vallen de personages per ongeluk in elkaars armen en worden geliefden. De droom blijkt een nachtmerrie. En dan word je wakker.


Geplaatst

in

door