
Roel Bentz van den Berg heeft een nieuw boek uit, getiteld Engelen in regenjas. Ik heb het nog niet gelezen, ik verwacht binnenkort een boekenbon in de bus en moet dus nog heel even geduld oefenen. Hier volgt geen recensie, maar een soort pre-recensie, zodat voor de hele wereld duidelijk is met wat voor verwachtingen ik straks Engelen in regenjas ga lezen.
Het is alweer maanden geleden dat ik Zapdansen las, zijn vorige essaybundel die uit 2005 stamt. Toen schreef ik: ‘Als mensen goed over muziek schrijven, ook al gaat het eigenlijk om alles wat er om de muziek heen gebeurt, ben ik blij. Als ze zich daarbij de vraag stellen waarom ze precies híer van houden, voel ik herkenning. Als ze in één stuk over zowel Nietzsche als zichzelf als over muziek schrijven, ben ik fan. Een volgende keer moet ik het dus zeker over de schrijver van bovenstaand citaat hebben. Roel Bentz van den Berg.’
Bentz van den Berg is zo’n schrijver die tot mij spreekt, echt tot mij alsof hij me al jaren kent en precies weet wat hij moet zeggen. Hij is van 1949 en toch is het alsof hij tegelijk met mij geboren moet zijn, als een verloren tweelingbroer, net vijf minuten ouder en dus alles net even eerder gelezen en gehoord en opgeschreven dan dat ik het zelf heb kunnen bedenken. De essays uit Zapdansen verschenen in de NRC en de laatste die hij schreef was ook meteen de mooiste, die heb ik uitgescheurd en bewaard. Niet veel later beschreef hij in de Groene Amsterdammer zijn ‘essay-dna’ en ook dat zit in de map. ‘Waar het ook begint, het is altijd middenin,’ schrijft hij. Jammer dat deze twee stukken niet online beschikbaar zijn voor niet-abonnees.
‘Waar het ook begint, het is altijd middenin.’ Het had een uitspraak kunnen zijn van de man die het essay uitgevonden heeft, de verre voorvader van Bentz van den Berg, Michel de Montaigne. In mijn eerste studiejaar las ik voor het eerst een paar van de oeressays – zeg maar het oer-dna – van die laat zestiende-eeuwer. Ook toen had ik het gevoel een verloren tweelingbroer te ontmoeten. Dat iemand die zo ver van me af staat mij zo kon aanspreken, daar was ik helemaal beduusd van. De essays zijn extreem goed geschreven, gaan over alles en niets, en zijn bovenal heel humoristisch en diepgaand tegelijk. Montaigne is sindsdien mijn voorbeeld. Bentz van den Berg verstaat dezelfde kunst en past die toe op alle onderwerpen die sinds 1612 erbij zijn gekomen. Montaigne is in hem een tijdgenoot geworden.
Lees de recensie van Engelen in regenjas uit Vrij Nederland.