Je werkgever kijkt tegenwoordig overal met je mee

Gepubliceerd op Follow the Money: Je werkgever kijkt tegenwoordig overal met je mee

Vorig jaar introduceerde Microsoft een nieuw onderdeel in het softwarepakket Office 365: MyAnalytics, dat meet hoeveel meetings je hebt, hoeveel mails je ontvangt en hoe snel je die beantwoordt. Je ‘score’ wordt vervolgens tegen die van je collega‘s afgezet. Goed voor de productiviteit, menen veel werkgevers, die bovendien denken de ‘tevredenheid’ van hun personeel ermee te kunnen meten. Miriam Rasch ziet er eerder een nieuwe vorm van zelf-surveillance in.

Nadat ik een paar maanden geleden aan een nieuwe baan begon, is ook een nieuw dataregime mijn leven binnengetreden: MyAnalytics, gegenereerd door het alom gebruikte softwarepakket Microsoft Office 365. Geheel toevallig viel mijn overstap min of meer samen met de introductie van hun ‘Productivity Score’. Plots kreeg ik wekelijks in mijn inbox een geautomatiseerd overzicht van mijn werk, gevangen in cijfers en percentages, met de uitnodiging mijn werkgewoontes te verbeteren.

De nieuwe feature leidde direct tot ophef. Technologie-onderzoeker Wolfie Christl wijdde er een lange twitterdraad aan waarin hij het een ‘full-fledged workplace surveillance tool’ noemde. Allerlei media pikten het nieuws op en stelden vragen als ‘Do You Know Your Microsoft Productivity Score?’ Het duurde niet lang of Microsoft wrong zich in bochten: het praatte enerzijds de nieuwe dienst goed (de ‘productiviteitscore’ zou op de stabiliteit van de hard- en software slaan, niet op die van de mensen die er gebruik van maakten) en deed anderzijds aanpassingen (gebruikersnamen werden uit de overzichten verwijderd).

De wekelijkse en maandelijkse mailtjes waarin de datakruimels die je achterlaat door simpelweg aan het werk te zijn, aan je worden terug geserveerd in de vorm van een flink gerezen en knapperig bruin gebakken brood, blijven echter komen. Voorzien van e-mailadres, namen van collega’s en je eigen profielfoto (die ik als nieuwe werknemer gedienstig had geüpload) geven ze inzicht in mijn vergaderuren, de hoeveelheid verzonden e-mails en hoe vaak ik virtueel te laat kom (nooit!). Een online dashboard in MyAnalytics geeft verdere verdieping in de gewoontes die deze data verraden en biedt tips over hoe je je gedrag zou kunnen aanscherpen, onder het motto ‘Discover your habits. Work smarter.

De technologie die het thuiswerken mogelijk maakt, biedt volop mogelijkheden voor controle

De wereld van de werkdata blijkt veelomvattend. Door het grootschalige thuiswerken, afgedwongen door het coronavirus, zien bedrijven hun werknemers niet meer. De technologie die het thuiswerken mogelijk maakt, biedt volop mogelijkheden voor controle. Microsoft heeft de gebruikers al binnen, maar er zijn ook start-ups zoals 2daysmood, dat het collectieve humeur van een bedrijf meet, zodat managers kunnen sturen op werkplezier. Want een blije werknemer is een productieve werknemer en bovendien eentje die blijft. Mocht dat toch niet het geval zijn, dan zijn er vele dataverzamelings- en algoritmische tools die kunnen helpen bij de werving en selectie van nieuw personeel.

Het gebruik van werkdata om efficiënter te produceren is verre van nieuw – taylorisme en fordisme ontstonden al aan het begin van de twintigste eeuw. Het lezenswaardige rapport Werken op waarde geschat van het Rathenau Instituut vertelt de geschiedenis van monitoring op de werkvloer. Ontwikkelingen in de technologie spelen daar uiteraard een grote rol in. Het is niet verwonderlijk dat het toezicht steeds complexere uitvoeringen en toepassingen krijgt. We staan niet meer in een fabriekshal aan een lopende band (al heb ik daar in het verleden wel ervaring mee opgedaan), maar rijden kriskras door de stad als bezorger, aangestuurd door de computer, of werken vanuit huis in wisselende teams aan ‘kennisproducten’.

De burger – in dit geval: de werknemer – houdt zichzelf in de gaten door zich te gedragen op de manier die het systeem haar oplegt

Het doel van de monitoring verschuift mee. Naast ‘plannen en aannemen’ en ‘controleren en aansturen’, wordt die nu ook gebruikt voor het ‘ondersteunen en ontwikkelen’ van personeel – in dat geval vaak hoogopgeleid. Dat is de categorie waar MyAnalytics onder valt. Zeker na bijna een jaar werken vanuit huis, met vrijwel uitsluitend software van commerciële bedrijven – of dat nu is voor een brainstorm, meeting, les, sollicitatiegesprek, een virtueel kopje koffie of wat dan ook – is duidelijk dat elke activiteit tegenwoordig bijdraagt aan zulke monitoring. De onderzoekers van het Rathenau roepen op tot een dialoog over de inzet van zulke surveillerende technologie. Maar het is opvallend hoezeer de werknemer, toch het lijdend voorwerp van deze technologie, in hun rapport buiten beeld blijft. Wat willen die data van mij en trouwens, wat zou ik van de data willen?

Het ‘ondersteunen en ontwikkelen’ van personeel met behulp van technologie vertoont dezelfde tendensen als die van het surveillancekapitalisme in het algemeen: disciplinering en een steeds grotere rol voor psychopolitiek. Dat wil zeggen, de burger – in dit geval: de werknemer – houdt zichzelf in de gaten door zich te gedragen op de manier die het systeem haar oplegt en draagt zorg voor haar eigen (mentale) gezondheid, zodat ze op hoog niveau en zonder veel schommelingen kan blijven functioneren.

De lijnen waarlangs zulke disciplinering en psychopolitiek verlopen, zie je terug in de vier categorieën waarmee Microsoft zijn data presenteert: Focus, Welzijn, Netwerk en Samenwerken. Samen tonen ze het ideale profiel van de kenniswerker van nu. Microsoft mag in zijn documentatie nog zo vaak benadrukken (en dat doet het echt heel vaak) dat het alleen maar bestaande data toegankelijk maakt, maar het is en blijft een interpretatiemodel dat gedrag ordent tot ‘patronen’.

Natuurlijk zou ik handmatig kunnen turven hoe vaak ik buiten werktijd e-mails beantwoord, zoals Microsoft quasi-serieus suggereert, of met een potlood mijn netwerk kunnen uittekenen aan de hand van de vergaderingen in mijn agenda, maar wat die informatie betekent (hoe het broodje wordt gebakken) is niet evident. Zo klinkt de bewering dat ik een ‘quiet day’ heb gehad als dat mailtje na werktijd achterwege blijft, me op z’n zachtst gezegd naïef in de oren. De werkelijkheid is complexer dan dat.

Het is wat self-tracking aanlokkelijk maakt, de belofte van inzicht in wie je bent en uitzicht op een betere versie daarvan

Nou ja, laat ze maar denken dat mijn focus evenredig afneemt met het aantal Teams-chats. In elk geval worden de data na de ophef over de productiviteitsscore niet meer voorzien van naam en toenaam. Ze bestaan, en dus is de kans dat ze door derden worden gebruikt onverminderd hoog, maar ze zijn nadrukkelijk niet (meer) bedoeld voor surveillance, aldus Microsoft. Blijft natuurlijk de ‘zelfveillance’. Monitoringstechnieken veranderen de werkverhoudingen, stelt het Rathenau-rapport. Daartoe behoort ook de verhouding tot jezelf. Het is wat self-tracking aanlokkelijk maakt, de belofte van inzicht in wie je bent en uitzicht op een betere versie daarvan: ‘Work smarter.’ ‘Be better.’ ‘Try harder.’

De grenzen van zelfveillance zijn notoir lastig te trekken: welzijn stopt nu eenmaal niet bij de in je digitale agenda ingevoerde werktijd. Zelfverbetering gaat altijd door, tot in je slaap aan toe. Microsoft doet voorkomen dat het zich om mijn vrije tijd bekommert, maar moet om die te monitoren ook buiten werktijd zicht op me kunnen houden. Is het niet ironisch dat het pakket 365 heet – met andere woorden: niet in een dag zonder Microsoft voorziet?

Ook Dawn Nafus en Gina Neff stellen in hun studie Self-Tracking dat dit soort monitoring effect heeft tot ver voorbij de werkvloer (zeker nu de werkvloer de huis- of slaapkamer is). Dat geldt al helemaal wanneer de werkgever ‘goed gedrag’ via andere tools begint te belonen, bijvoorbeeld met stappentellers: ‘Draagbare gadgets die je van je werk krijgt, veranderen waartoe niet-werktijd dient. Ze bestemmen niet-werktijd in toenemende mate tot de periode waarin je zorgt een uitgerust,  sterk lichaam te krijgen, dat in staat is om meer werk te verzetten, en maken het lastiger om bijvoorbeeld voor familieleden te zorgen, of maatschappelijke of creatieve activitieiten na te streven.’

Zouden er ook tools zijn voor sousveillance, vroeg ik me af, waarmee je van onderop de directie in de gaten kunt houden?

Niet alleen zul je de stappen voor een groot deel buiten werktijd moeten zetten, er sluipt ook een competitief element binnen. Daarom werkt het ook zo goed, zoals te zien is bij de populaire app Ommetje, waarmee je elkaar kunt uitdagen om elke dag te wandelen en op die manier een gezonde gewoonte op te bouwen. Data van zulke ‘apps voor zelfzorg’ worden niet gedeeld met je werkgever (al dagen veel mensen graag hun collega’s uit, al dan niet georganiseerd), maar het is niet ondenkbaar dat dat binnenkort verandert. Onlangs kwam de toegenomen populariteit van ‘leefstijlverzekeringen’ in het nieuws; nu nog een keus, straks misschien onvermijdelijk wil je niet veel meer betalen dan een ander. Self-tracking gaat gepaard met schuldgevoel: doe ik wel genoeg?

Ik ben niet perfect en heb genoeg te leren, zeker in een nieuwe baan. En hoewel het thuiswerken mij enkele gezonde gewoontes heeft opgeleverd (zoals dagelijks wandelen, zij het zonder app), valt ook daar nog wel wat te winnen. MyAnalytics geeft me echter niet zozeer zelfinzicht, maar vooral afleiding. Ook welkom, zo tussen twee Teams-vergaderingen in, maar vast niet de bedoeling. Zo mijmerde ik al dwalend door mijn dashboard over mijn allereerste vakantiebaantje, met de mechanische prikklok waar je als je handig was vijf minuten extra pauze uit kon halen (leerde ik van de secretaresses). En de digitale prikklok in een volgend kantoor een decennium later, die juist vrijheid gaf omdat we daarmee – in het pre-thuiswerktijdperk – zelf onze uren konden bijhouden. En weer een paar jaar later – in het proto-thuiswerktijdperk – de Excelsheet waarin ik al mijn gewerkte uren bijschreef, zonder dat het hielp in het conflict met mijn leidinggevende.

Ik geloof in wederkerigheid: wat ik wil weten van de ander, moet ik zelf ook willen delen

Zouden er ook tools zijn voor sousveillance, vroeg ik me af, waarmee je van onderop de directie in de gaten kunt houden? Niet dat ik daar behoefte aan heb, maar orderpikkers, maaltijdbezorgers of Uberchauffeurs misschien wel. Ik droomde verder over het kantoor waar toegang tot Hyves van hogerhand werd geblokkeerd en de paar maanden ‘in between jobs’ waarin ik leerde dat hooggeplaatste mensen tijdens het autorijden tijd hebben om met je te praten, aan de online test die ik ooit moest doen en waar geen foute antwoorden op waren, maar die toch aantoonde dat ik niet in het team paste.

Welke technologie zou het werkende leven nu echt beter maken? (Behalve iets dat me weer naar kantoor laat gaan, en collega’s en studenten doet ontmoet.) Regelmatig vraag ik me af of iemand die ene e-mail al gelezen heeft, maar terug naar de leesbewijzen wil ik voor geen goud. Ik verbaas me er soms over hoe druk of juist rustig anderen het hebben, maar moet er niet aan denken hun agenda’s in te zien. Ik geloof in wederkerigheid: wat ik wil weten van de ander, moet ik zelf ook willen delen. Meestal stopt het daar. Na lang wikken en wegen (wees gerust, in mijn eigen tijd) heb ik dan toch een verlanglijst weten te formuleren voor digitale zelfverbeteringsassistenten:

  • Een robot die aan het begin van de werkdag zegt wat het belangrijkste is wat ik moet doen en me als dat af is, een schoudermassage geeft.
  • Een AI die de beste artikelen verzamelt en print in een magazine dat in de lunchpauze op mijn mat ploft, zodat ik het eerste uur van de middag met een kopje koffie kan bijlezen.
  • Iemand (mag in de vorm van een paperclip) die vraagt of ik die ene ingewikkelde e-mail nou nog steeds niet heb beantwoord en na mijn zwijgen besluit het dan zelf maar te doen.
  • Een serendipiteitsmachine die me collega’s laat ontmoeten in de gang tussen twee Teams-vergaderingen in.
  • Een tool die alles (maar dan ook álles) wat ik doe op een to do-lijst zet en weer doorstreept, zodat ik aan het eind van de dag voldaan kan terugkijken.

In een jaar waarin het thuiswerken definitief is doorgebroken – een kwart van de thuiswerkers wil dat ook in de toekomst blijven doen – geldt dat ook voor de technologie om die thuiswerkers te surveilleren. Mooie woorden richten de aandacht op welzijn en concentratie, maar kunnen de disciplinerende mal waarin de werkende wordt gedrukt, niet verhullen. Het tijdsregime, de gehanteerde categorieën, de inzet van onderlinge verhoudingen tussen collega’s leiden uiteindelijk tot het delegeren van verantwoordelijkheid voor datzelfde welzijn – Microsoft doet immers niets meer dan de kruimels oprapen die jij achterlaat, dus jij bent verantwoordelijk. MyAnalytics zijn in de eerste en de laatste plaats their data


Geplaatst

in

door