Technologie, corona en ethiek: een tragisch verhaal

Technologie is niet zomaar handig gereedschap om ons leven makkelijker te maken, maar ook een actor. Dat weten we op z’n minst sinds Bruno Latour. Ze grijpt in, werkt met ons mee maar net zo goed tegen ons in. Wat doet technologie als ze behulpzaam probeert te zijn? Miriam Rasch duidt met SETUP de CoronaMelder.

Lees verder hieronder of bij SETUP: Technologie, corona en ethiek: een tragisch verhaal.

Er is al heel veel gezegd en geschreven over de ethische vragen die je kunt of dient te stellen bij de corona-app, net als dat er wordt gefilosofeerd over de term social distance, over leven in aanzicht van de dood, over de afweging van economie en zorg en in hoeverre dat een afweging is, over cultuurrelativisme en -determinisme, over nut en noodzaak van cijfers, enzovoorts. Omdat we hier al veel praktische en concrete input hebben gekregen, neem ik de gelegenheid te baat om vanaf een grotere afstand (thinking distance?) te reflecteren op ’technologie, corona en ethiek’.

Het is de eerste keer dat we een geglobaliseerde pandemie meemaken, maar uiteraard is het verre van de eerste keer dat naar technologie wordt gegrepen om onze problemen op te lossen. Zeker sinds de digitale revolutie kennen we het fenomeen dat Evgeny Morozov ’tech solutionism’ heeft gedoopt. Zodra een maatschappelijk probleem opduikt, wordt er verwachtingsvol naar de techniek – en dus naar bedrijven, ontwerpers en programmeurs – gekeken voor een oplossing. Dat is precies hoe zij het zelf graag zien. Probleemoplossing is ook een businessmodel geworden. There’s an app for that! mag de slogan ervan heten.

Zo voelde het in het voorjaar ook, toen de plannen voor een corona-app ontstonden: als er eenmaal een app was, zou de grootste hobbel in de bestrijding van het virus genomen zijn. Dat het zo makkelijk niet zou zijn, zag de andere helft van de publieke arena dan weer luidruchtig aankomen. Het proces naar het ‘zijn’ van de app duurt langer dan de solutionisten hopen of voorspiegelen – in dit geval ook omdat er een mijns inziens bewonderenswaardig doordacht maakproces werd doorlopen – en nu hij er eenmaal is, mag duidelijk zijn dat de app ons niet uit de diepe shit gaat redden waar we in zitten. (Had hij dat wel gedaan als hij sneller was geproduceerd? Dat is een tragische vraag waar ik straks op terugkom.)

Hoewel apps een extreem solutionistisch karakter hebben, is het zoals gezegd geen nieuw fenomeen om met technologie problemen te willen oplossen. Sterker, dat is een belangrijk bestaansrecht van technologie. Juist daarom is het goed om te kijken naar wat technologie doet als ze probeert behulpzaam te zijn. Die personificatie is met opzet gekozen. Technologie is niet zomaar handig gereedschap om ons leven makkelijker te maken, maar ook een actor, weten we op z’n minst sinds Bruno Latour. Ze grijpt in, werkt met ons mee maar net zo goed tegen ons in. Technologie intervenieert niet van buitenaf in een bepaalde situatie, zoals een epidemie, om zich vervolgens terug te trekken als het probleem is opgelost.

Als de technologie er eenmaal is, verdwijnt ze niet plotseling als het werk gedaan is. Het werk is namelijk nooit gedaan. Hoe komt dat? Onder andere omdat de gebruikte technologie de situatie waarin ze opereert verandert. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Doordat ze ingrijpt in een beginsituatie, is die situatie aan het eind veranderd, en vaak zodanig dat er weer een volgende technologische ingreep nodig is.

Een klassiek voorbeeld is de auto. De auto is een techniek die een probleem oplost of makkelijker voor ons maakt, namelijk het overbruggen van lange afstanden (en het (burgerlijke) verlangen om dat zonder vreemden te hoeven doen, en trouwens ook de kapitalistische begeerte naar privébezit, maar dat is een ander verhaal). Deze fantastische solution grijpt echter behoorlijk in de werkelijkheid in, schept een nieuwe situatie en ook nieuwe problemen. Zonder auto, geen auto-ongelukken. De nieuwe problemen vragen weer om nieuwe technologische oplossingen, waardoor de situatie verandert, enzovoorts. Nu droom ik zelf wel eens van een wereld zonder auto’s, maar ik begrijp ook wel dat de maatschappij letterlijk en figuurlijk zo verregaand is ingericht rondom de auto heen, dat het zinloos is om op de vervulling van die droom te wachten.

We mogen dus verwachten dat de introductie van een bepaalde techniek, zoals een app, de beginsituatie verandert en, zelfs als ze na afloop stilletjes naar de achtergrond verdwijnt, de wereld veranderd achterlaat. Ook als we te laat zijn geweest en de app geen van de beloftes zal waarmaken, als niemand hem wil of als de resultaten uitblijven, moeten we de app zien als een speler in het corona-krachtenveld. Net als de technologie van het mondkapje dat is, ook als niemand het draagt, of de gigantische medische technologie die verwachtingen schept rondom zorg en welzijn.

Stel dat de corona-app er wel sneller was geweest, als we minder hadden gediscussieerd of gedelibereerd over privacy-eisen en transparantie, als dat ding er gewoon doorheen was gejast, als het bovendien verplicht was gemaakt om hem te installeren – jammer dan voor de losers zonder smartphone – als we hem, hup, hadden geïntegreerd met adresboeken en contactgegevens… Hadden we nu dan weer ons oude leventje terug gehad? Ik noemde dit een tragische vraag. En daarmee kom ik op de ethiek, die namelijk een tragisch karakter heeft.

Wat bedoel ik daarmee? Eigenlijk simpelweg dit: in ethische kwesties kun je nooit 100% optimalisatie bereiken. Iets of iemand zal aan het kortste eind trekken. Ethische dilemma’s draaien om de botsing van waarden – bijvoorbeeld vrijheid en veiligheid, of, zo je wilt, economie en gezondheid – en spelen zich af in hoog complexe situaties die nooit geheel te overzien of te voorspellen zijn. Daarom is elk antwoord of elke keuze waarmee het dilemma wordt beslecht nooit voor alles en iedereen de beste optie. Je probeert het beste te doen, de nauwkeurigste, snelste, betrouwbaarste app te ontwikkelen, maar er is altijd iemand de pineut. De beleidsmaker die niet alle informatie krijgt die nodig is, de smartphoneloze die niet meer mag deelnemen aan de maatschappij, de patiënten van nu die wellicht door een app hun lijdensweg bespaard waren gebleven, de ongeïnteresseerde die z’n privacy niets kan schelen maar dan ineens… vul maar in. Je kunt die tragiek niet wegprogrammeren, daarvan ben ik overtuigd. Tenminste niet in een vrije en democratische samenleving.

Ethiek heeft om deze reden een beetje een vervelende reputatie: je doet het ook nooit goed! Je kunt ook niet de tijd terugdraaien om te zien of het anders beter was gegaan (bovendien zou je dan de tijd ook heel ver vooruit moeten laten doorlopen om te zien welke gevolgen de veranderingen in de beginsituatie op de lange termijn zouden hebben). Moeten we dan onze ogen uitsteken en blind voortgaan, zoals de tragische held bij uitstek, Oedipus?

Laat ik een draai aan het verhaal geven. Of zoals het in de tragedie heet: een peripeteia voorstellen. Wat als we het tragische aspect van de ethiek meenemen in onze verwachtingen van dit soort technologische oplossingen? Worden die immers niet juist bij dit soort ethische dilemma’s ingezet, waarbij een afweging moet worden gemaakt tussen bewegingsvrijheid en beheersing van het virus, tussen fysieke en psychische gezondheid, tussen plezier en voorzichtigheid? Ook zo’n app zal nooit perfect zijn, zoveel geeft iedereen toe, hij zal tragische uitkomsten hebben zoals vals positieven of zal connecties op een haar na missen.

Dit inzicht hoeft niet naar de ondergang te leiden. Het tragische denken is ook een bij uitstek westers denken. En dat bedoel ik niet deterministisch, zoals we veel verschillen tussen de corona-aanpak van landen teruggebracht zien worden tot cultuur. Nee, eerder bedoel ik dat het tragische denken misschien te veel bezig is met de held die zijn ondergang tegemoet gaat omdat het lot zo beslist heeft. Het is het een of het ander en met één misstap vergaat de wereld. De CoronaMelder functioneert in zo’n verhaal als de stem van de schikgodinnen, die altijd al hadden gewaarschuwd.

We kunnen ook proberen om het anders te zien. De app hanteren als een kompas of een kompaan, die in beweging is tussen mensen. Een oplossing gekenmerkt door non-optimalisatie. Een speler die ingrijpt op de situatie en daar verandering in aanbrengt, net als wij, net als het virus, te midden van botsende waarden en verwachtingen. Niet verlangen naar totale controle, in de overtuiging het enige juiste te doen – juist dan roep je de ondergang over je af, als van een tragische held.


Geplaatst

in

door

Tags: