Van kraken en hacken tot ontwerp en bestuur: praktisch idealisme

underground

‘Het persoonlijke is politiek’: die leus vat zowel de maatschappelijke tendensen als de persoonlijke instelling in de jaren zeventig en vroege jaren tachtig samen. Na de val van de Muur in 1989 lijkt dat te zijn veranderd. Het persoonlijke is na twee decennia durfkapitalisme vooral handelswaar geworden. Hoog tijd om het heft weer in eigen hand te nemen. De praktische idealen van de kraakbeweging, waarin do-it-yourself, het creatieve experiment, vrijheid en transparantie centraal stonden, zijn een heroverweging waard. Caroline Nevejan levert met haar lezing in de serie Underground over kraken en hacken, bestuur en ontwerp voldoende stof daarvoor.

De politiek analyseren en daar je persoonlijke handelen op afstemmen: dat was de dagelijkse consequentie van het persoonlijke dat politiek werd. Dat geeft al aan dat de groep of beweging voorop stond, en niet zoals we nu gewend zijn het individu, zoals Hans Achterhuis in zijn lezing ook stelde. De emancipatie van bepaalde groepen in de bevolking – vrouwen, homoseksuelen – heeft pas later de weg vrijgemaakt voor het hyperindividualisme dat we nu kennen. In het geval van de krakers ging het concreet natuurlijk om woonruimte, leegstand en het behoud van oude stadspanden. Om de kraakbeweging in stand te houden was het nodig om die als groep voorop te zetten en als persoon zo anoniem mogelijk te blijven.

Die anonimiteit binnen een hechte groep lijkt een bijzondere voedingsbodem voor creativiteit en experimenteerdrift te zijn geweest. Belangrijker nog is het behoud van zelfstandigheid. Een voorbeeld zijn de ‘eigen media’. Nevejan vertelt hoe het internet ontstond als een netwerk om elkaar op de hoogte te houden, en later ook om contact te houden met bijvoorbeeld oppositiegroepen in het buitenland. Tegenwoordig zijn de media haast standaard níet ‘eigen media’. Ook al hebben we het idee dat onze profielpagina’s op Facebook en LinkedIn persoonlijk zijn en van onszelf, alle gegevens zijn in handen van commerciële bedrijven. Bovendien is ons ‘persoonlijke’ profiel volkomen gestandaardiseerd naar een eenduidig format.

Het persoonlijke is om die reden nog steeds behoorlijk politiek, aldus Nevejan. We vinden het persoonlijke nu belangrijker dan wat dan ook, terwijl we dus tegelijk steeds meer conformering toestaan. In de jaren tachtig, met haar groepsgevoel en solidariteit, bleef je weliswaar anoniem (krakers kenden elkaar alleen bij de voornaam) en werd het individu dat uit de groep trad niet beschermd. Maar in de ‘vrije ruimte’ die letterlijk en figuurlijk beschikbaar was – in de gekraakte schoolgebouwen met hun grote klaslokalen, en in de vrijheid om niet gehinderd door al te veel regels te experimenteren met kunst en nieuwe samenlevingsvormen – ontstond misschien wel meer ‘eigens’ dan nu mogelijk is.

Gelijkheid was belangrijk en hiërarchie werd zoveel mogelijk vermeden. Uiteindelijk ontstaan overal machtsverhoudingen en structuren. Het is zaak om die zo transparant mogelijk te houden, iets wat in deze tijd juist niet gebeurt. Zeker in onze gemedialiseerde maatschappij, die ook door en door commercieel is, lopen belangen voortdurend door elkaar. De jongeren die in opstand kwamen tijdens de Arabische Lente, hebben enorm veel te danken aan Facebook en Twitter, maar verzuchten ook dat ze de media niet alleen hadden moeten gebruiken, maar ook hadden moeten proberen over te nemen. Of dat mogelijk is? Dat is de verkeerde vraag, begrijp je uit het verhaal van Nevejan. Het gaat erom hier en nu actie te ondernemen en het mogelijk te maken.

Kijk de lezing van Caoline Nevejan hier terug. Volgende week is het tijd om de jaren zeventig en tachtig te laten herleven in beeld en geluid. Niet alleen punk, maar ook de commercie deed zijn intrede. Thomas van Aalten, Martijn Haas en Leonor Jonker leiden je rond.

[Verschenen op het Studium Generale nieuwsblog]


Geplaatst

in

door

Tags: