Het zal wel niet meer mogen, goede voornemens formuleren. Vorig jaar beschreef ik er twee: minder koffie drinken en meer herlezen. Dat eerste is gelukt. Ik vrees echter dat ik in 2010 welgeteld één (1) boek herlezen heb. Niet het minste: The Catcher in the Rye van J.D. Salinger. Ik heb er niet eens iets over geschreven, dus nu is ook het herleesmoment alweer weggezakt in mijn geheugen. Vooral de deprimerende stemming van het boek is me bijgebleven, het was veel zwarter dan ik me herinnerde.
Zoals het schrijven gedachten voortbrengt die zonder het schrijven nooit waren geboren, zo is soms ook het formuleren van een goed voornemen nodig om het uit te kunnen laten komen. De eerste voorwaarde voor het ontstaan van iets nieuws – een gedachte of een verandering in gedrag – is de explicitering, zo lijkt het. Precies zoals oud papier zichzelf niet wegbrengt, maar vraagt om iemand die opstaat en het gewoon doet. Of zoals je mailbox immer leeg blijft als je zelf nooit een mailtje stuurt en niemand je zal volgen op Twitter als je nooit twittert.
Natuurlijk ken ik ook genoeg mensen die het allemaal maar onzin vinden. Waarom zou je alleen op 1 januari beginnen met goede voornemens? Dat zijn dezelfde mensen die vinden dat Valentijnsdag stom is omdat je het hele jaar je geliefde moet verwennen en Kerst omdat je dan verplicht gezellig moet doen met je familie. Gek genoeg zijn dit ook meestal de mensen die hun geliefde eigenlijk nooit verwennen en meestal best ongezellig zijn en nooit op familiebezoek gaan. Want de reden dat je op 1 januari (of 8 januari) begint met goede voornemens is juist dat je het de rest van het jaar níet doet. 1 januari is in feite ook een soort explicitering, een voorwaarde die nodig is om überhaupt iets te laten gebeuren.
Nu zal ik iets verklappen aan hen die tot zover hebben gelezen: ik had eigenlijk een heel ander goed voornemen vorig jaar, dat ik willens en wetens heb verzwegen. Waarom? Omdat het gênant zou zijn als het niets werd en toch voorgoed op Google bleef rondzwerven. Maar aangezien het voornemen een beetje gelukt is wil ik het nu, een jaar later, wel vertellen. Mijn voornemen was om het schrijven op de een of andere manier professioneler te maken. Het werd de andere manier, want in plaats van mezelf af te beulen zonder te weten waarvoor, heb ik (al eind januari 2010) voor Studium Generale een nieuwsblog opgezet, zodat ik binnen mijn bestaande baan meer en professioneel kon gaan schrijven. Best slim van mezelf, al zeg ik het zelf. En het is een succes gebleken: niet alleen voor mij persoonlijk, maar ook voor Studium Generale als organisatie.
Uiteindelijk heb ik mezelf ook afgebeuld buiten werktijd. Dit blog onderging een subtiele gedachtewisseling (zie Jarig weblog: op naar de volgende twee jaar), wat ook zijn vruchten heeft afgeworpen. De unieke bezoekers verdubbelden (dank!) en ik krijg veel leuke en diepgaande reacties. De Groene Amsterdammer publiceerde een recensie van mijn hand en betaalde daarvoor (ook wel eens leuk). Dit jaar ga ik aan het International People’s College in Helsingør een workshop geven voor de summerschool. Het voert te ver om te zeggen dat dit allemaal voortkomt uit een goed voornemen op 1 januari, maar zonder de expliciete beslissing om iets voor elkaar te krijgen, was er helemaal niets gebeurd. (Overigens heb ik ruimschoots tijd en zin om mezelf af te beulen, dus laat het horen als je me ergens voor nodig hebt.)
Was is dan mijn goede voornemen voor 2011? Het herlezen laat ik zitten. Nu wil ik weer meer klassiekers lezen – iets wat ik voorheen erg veel deed, maar de laatste tijd heb laten verslappen. Terwijl een klassieker bijna altijd zijn reputatie waarmaakt. Gelukkig zette ik het afgelopen jaar een essayreeks op voor 8WEEKLY over klassiekers, waar ik nog steeds zelf een bijdrage voor moet schrijven. Dat is er dan alvast één (1).
U raadt het al: mijn echte voornemens blijven nog even geheim. Vooruit dan, nog één laatste: Tante Lien worden. Check hieronder why.