Zou er een moeilijker beroep zijn dan portretfotograaf? De meeste mensen houden er niet van om op de foto te gaan, ze voelen zich letterlijk bekeken en daardoor ongemakkelijk. Zou er een dankbaarder beroep zijn dan portretfotograaf? Als je goed bent, geef je mensen iets unieks waar ze de rest van hun leven plezier aan kunnen beleven: een mooi portret.
Ik weet dit zo goed omdat ook ik op de foto moest. Ook ik deed een beetje lacherig, moest me inhouden om geen gekke bekken te trekken en verontschuldigde me voor niets. De fotograaf had dit duidelijk eerder meegemaakt. Wat doet hij in zo’n geval? Vragen stellen die makkelijk zijn, waardoor het slachtoffer zich op haar gemak gaat voelen. Waar werk je? Woon je hier al lang? Oh, wat een leuk beest (wijst naar poes). Ondertussen schroeft hij een lens van zo’n dertig centimeter op de camera. Mij hou je niet voor de gek!
Waarom moest ik op de foto? Omdat die naast een stukje van me komt. Vooruit, ik geef het toe: naast een column. Moet ik nog verder gaan? Ik ben dan een… je weet wel… een (fluisterend) co-lum-nist.
Te gek! Het is geen dagelijks stukje – pardon column – in de krant, zoals van Aaf. Vier maal per jaar mag ik iets schrijven voor de nieuwsbrief van de Radboudstichting. Maar hoe je het ook wendt of keert: het is een column. Mét foto erbij.
Misschien moet ik even iets uitleggen. Nog niet zo heel lang geleden, zeg een jaar of vijf, zes, had ik een bloedhekel aan columnisten. Of niet zozeer aan columnisten als wel aan publicisten – en een column is de eerste stap op weg naar een publicistenbestaan. Wat is er zo erg aan publicist? Hij is niets. Een publicist, je hoort het al, publiceert. Maakt niet uit wat, zolang zijn naam er maar boven staat. Hij geilt op zijn eigen naam en waar die aan verbonden is doet er niet toe. Het makkelijkst te publiceren zijn natuurlijk korte stukjes, daarvan kun je er snel veel maken, zodat je snel en veel je eigen naam terugziet. Kwaliteit? Overschat. Zorgvuldigheid? Saai.
Kortom: de publicist heeft geen principes. Dan kun je beter een journalist voor je hebben. Toch zou ik nooit journalist willen worden. Dat komt door De Waarheid, die de journalist altijd moet betrachten. Dat vind ik nou saai. Bovendien moet je als journalist opdringerig en drammerig zijn (dat noemen ze zelf nieuwsgierig), liefst ook een beetje ongeduldig en wantrouwig. Eigenschappen die ik liever mis.
Voor je het weer bedrijft de publicist publicisme, een journalist journalisme en een columnist columnisme. Ismen verworden maar al te makkelijk in totalitarismen, waar je je verre van moet houden.
Maar goed, ik heb nu dus een weblog, schrijf recensies en een column. Ik ben al bijna degene die ik vroeger verachtte, dat gaat harder dan ik had verwacht. Het is zaak om scherp te blijven in dit soort ontwikkelingen. Het moment dat ik een stukje publiceer omdat ik kick op mijn eigen naam mag je me fijntjes mijn eigen foto onder de neus duwen en heel hard roepen: Verloochen haar niet!